woensdag 30 juli 2008

The finishing touch

En toen was het alweer bijna augustus... niet dat het 320 jaar geleden is ofzo, maar ik herinner me nog zo het moment dat ik door mijn baas van het vliegveld werd opgehaald. Dat was in maart, en er zijn sindsdien de nodige maanden verstreken. Verturkst ben ik hier zeker niet, want ik kan nu toch wel de conclusie trekken dat het leven in dit gedeelte van Turkije (Gaziantep dus) mij niet bepaald aantrekt. Dit zal niet snel mijn vaste woonplaats worden. Er zijn hier teveel tradities en vaste patronen waar ik me niet plezierig bij voel. Toch heb ik hier de afgelopen maanden mijn ogen uitgekeken en was het een bijzondere tijd. Ik kijk ernaar uit om weer terug te keren naar Nederland en lekker gezellig een biertje te drinken met vrienden en bekenden, maar de periode hier zal me altijd bijblijven.

Als je voor een langere periode naar het buitenland gaat, dan vergt dat enige aanpassing. In dit geval ging ik niet zomaar naar een standaardlocatie, maar naar Gaziantep. Bij Turkije denken de meeste mensen toch aan zon, zee en strand. Als je niet verder komt dan het zwembad van je viersterrenhotel dan krijg je uiteraard geen enkele indruk van het echte Turkije. Moet ik gelijk even verduidelijken dat het 'echte Turkije' wel een vaag begrip is.

Kort door de bocht komt het erop neer dat hét Turkije eigenlijk helemaal niet bestaat. In het oosten is het leven anders dan in het westen van het land, zo heb ik me laten vertellen. En dit ga ik de komende paar dagen ervaren door een paar vrienden met wie ik vorig jaar in Pardubice heb gestudeerd op te zoeken in Eskişehir. Hier kijk ik erg naar uit! Wat een fantastische tijd was dat trouwens, check m'n weblog van toen maar eens! Dat semester was totaal onvergelijkbaar met mijn stageperiode in Turkije. Enorm veel plezier gehad toen, daar zat iedereen op één golflengte en dat kun je van mij en de meeste mensen hier niet bepaald zeggen. Ik kan me in elk geval niet vinden in de manier hoe veel inwoners van Gaziantep in het leven staan.

Sommige aspecten van de maatschappij alhier zijn best wel een beetje achterlijk. Meisjes die op hun 16e trouwen, dames van 25 jaar oud die al 6 kinderen hebben, mannen met meerdere vrouwen. Mannen die zich massaal hebben verschanst in en voor het koffiehuis terwijl vrouwlief met veel bloed, zweet en tranen het kroost in het gareel tracht te houden, het huis schoonmaakt en voor het eten zorgt. Verder werkt de invloed van de islam met allerlei hieruit voortvloeiende regeltjes en geboden toch enigszins verstikkend op mij.

Maar ook het conservatieve Gaziantep heeft twee gezichten. Er zijn hier veel vriendelijke mensen en je wordt vaak erg hartelijk ontvangen. De mensen zijn hier over het algemeen zeer gastvrij, daar kan menig Nederlander nog een puntje aan zuigen. Bovendien zijn er ook mensen die een stuk moderner in het leven staan en die net als mij niets moeten hebben van alle vastgeroeste vanzelfsprekendheden van het traditionele leven. Ook in Gaziantep is een duidelijke verandering gaande, al gaat het met horten en stoten. Ik verwacht dat het leven in Gaziantep er over een jaar of wat anders uitziet dan dat van nu. En dan bedoel ik niet de winkelstraten in het centrum, maar meer de straten waar Ali en Fatma hun gezin runnen.

Van geboden en beperkingen die toch grotendeels worden opgedrongen door de islam of de daar aan samenhangende tradities word ik een beetje zenuwachtig. Ik heb echt zin om weer een keertje strontbezopen te worden. Dat klinkt misschien een beetje simpel, zeker, maar vijf maanden thee slobberen is ook niet zoals het leven bedoeld is. Echt, dingen verbieden en opdringen is niet goed. Laat ik wel zijn: Alcohol drinken mag hier gewoon en er zijn zat winkeltjes waar je louter bier en sterke drank kunt kopen, maar zoals in één van mijn eerdere bijdrages omschreven is het gewoon geen optie voor de mensen hier om lekker buiten een pilsje of een glas aslan sütü (betekent 'leeuwenmelk') te nuttigen. Stiekem kan het natuurlijk wel, binnen vier muren of ergens in het bos. Bij zo'n bekrompen en behoudende inslag vaart de hypocrisie wel.

Mijn laatste alinea van deze weblog gebruik ik voor mijn eindoordeel over mijn verblijf in Gaziantep. Leerzaam is het zeker geweest, ik ben toch een hele ervaring rijker. Heb hier veel opgestoken en één ding is mij geheel duidelijk: Zaken doen in dit gedeelte van Turkije vereist enorm veel geduld en is vaak nogal complex. Je weet nooit wat je aan iemand hebt, het is lastig om te beoordelen wat je aan je zakelijke partners hebt. Het moge duidelijk zijn dat ik me hier soms wel een beetje lonely heb gevoeld, ik ben toch een gezelligheidsdier en dan is dit niet per se de juiste plek. Hoe dan ook, ik ga bijna terug naar Nederland en zal daar eerst even de nodige gezelligheid gaan beleven! En oh ja, ik heb een prachtig souvenir gekocht vandaag. Een mooie én gezellige herinnering aan Gaziantep, eind goed, al goed!

maandag 14 juli 2008

Gepeperd

Het is hoogzomer in Gaziantep en dan kun je hier beter niet zijn. Temperaturen die al weken tegen de 40 graden aanhikken en er op sommige dagen bovenuit schieten. Dan kun je maar beter niet temidden van het asfalt en het beton van een stad als Gaziantep zitten. Zelf zit ik er nog steeds, maar het aftellen is inmiddels begonnen. In augustus zal ik weer naar Nederland komen, iets waar ik onderhand toch flink naar uitkijk! Lekker een biertje happen en plezier maken met m'n vrienden, dat is iets wat ik teveel gemist heb hier in de bakoven van Turkije.

Hoogzomer, loeiheet, de baas vindt het vaak niet nodig de airco aan te zetten, en dan is er de gezamenlijke lunch. Altijd warm eten, maar ze houden er hier van om de smaak van al het lekkere voedsel met een lading peper nog een extra oppepper te geven. Doodzonde, want het brandt je de bek uit. Of beter gezegd: Het brandt mij de bek uit. Ik ben er 100% zeker van dat de smaakpapillen van de gemiddelde Turk minder ontwikkeld zijn dan die van een Nederlander. Er wordt zo royaal met de peper omgesprongen dat ik tijdens menig maaltijd word getroffen door een zweetaanval. En nu hou ik best van een (klein) beetje gepeperd eten, maar kennelijk is de tong van een Turk van schoenzool!

Behalve die drang tot overpikant eten mikken de Turken ook vaak vier of vijf klontjes suiker in hun theeglas. Hierbij moet ik niet vergeten aan te tekenen dat het Turkse theeglas tamelijk miniscuul is. Kinderen presteren het vaak om zonder blikken of blozen een klontje of zes (soms zelfs meer) in hun glaasje te keilen. Duidelijk dus dat de smaak van de Turken minder fijnbesnaard is dan die van een Hollander als ik. Wat overigens niet wil zeggen dat het eten hier niet binnen te houden is; de Turkse keuken kent veel ontzettend lekkere hapjes en gerechten. Dan is het dus al loeiheet en maakt je deobus overuren en word je nog steeds overstelpt met de vraag of je thee wilt hebben - ik slaag erin de thee steeds vaker van me af te houden, toch een prestatie van formaat hier - en promoveren ze iedere lunch tot een culinaire kernproef. Je zou haast weer zin krijgen in boerenkool met worst en een miezerige Nederlandse zomerdag.

Gelukkig is er nog de waterpijp! En dat is me een feest, prachtig! Oké, de gemiddelde inwoner van Gaziantep waagt zich in de buitenlucht en in het zichtsveld van de neef van de achterbuurman van de zus van zijn kapper niet aan een glaasje alcohol; de waterpijp is daarentegen geen probleem. Een waardig vervanger, al zou een combinatie van beide uiteraard het mooiste zijn. Een authentieke waterpijp is prachtig. Met een groepje aan een tafel, bij voorkeur live muziek erbij en je kunt zo een paar uurtjes de avond doorbrengen. Hier in Gaziantep is een prachtig openluchtcafé in een parkachtige omgeving. Geen bier dus, maar de waterpijp gloreert hier. Ze zijn niet zo groot als de exemplaren die ik in Damascus heb gezien, maar mooi zijn ze wel. Echte klassieke waterpijpen, ik zal er - als het mogelijk is - één meenemen als souvenir. En dan wel een echte, en niet zo'n plastic nepding die je in plaatsen als Alanya worden aangeboden... "Special price, you're my friend", dat werk.

Het overgrote deel van mijn stage zit er dus al op, ik heb hier al veel meegemaakt en zal zeker nog terugblikken op mijn verblijf in dit exotische gedeelte van Turkije. Alles went, zeggen ze wel eens, maar iedere dag die zinderende hitte kan mij nog steeds niet bekoren. Om er nog even verder over te klagen: Ik kan 's nachts altijd moeilijk in slaap komen, die warmte blijft vaak lang hangen en al helemaal op mijn kamer. Maar ach, nog even doorbijten en ik kan weer van de Nederlandse prutszomer genieten!

dinsdag 1 juli 2008

Schoolvakantie

Het is zomer, op de kalender kan de maand juni alweer worden omgeslagen en dan is het ook in Turkije juli. De schoolvakanties in sommige delen van Nederland en Duitsland zijn begonnen, en dat is te merken ook! Ho eens even Van Wegen, je zat toch in Gaziantep, heel ver weg van biertjes op zaterdagmiddag in de voetbalkantine en van rookverbod in café en restaurant? Jazeker, en daar zit ik de komende maand nog, maar ik heb de laatste dagen opvallend veel Duitse en Nederlandse nummerborden gesignaleerd in het straatbeeld alhier. En dat op bijna 4000 km (rij)afstand van Nederland.

Nederlandse en Duitse kentekens dus, en dan hebben we het natuurlijk niet over de familie De Vries en de familie Müller die hier het toerisme een handje helpen. Het gaat om families die luisteren naar namen als Yilmaz en Demirel en die op bezoek gaan bij familie. Familie dus, heel belangrijk hier in (dit gedeelte van) Turkije. Is een kwestie van cultuur, maar ik kan er maar moeilijk aan wennen. Persoonlijk moet ik er niet aan denken om een paar keer per week (of vaker nog, elke dag!) mijn neven, nichten, achternichten, oudtantes en de hele rataplan tegen te komen. Dat is hier dus heel anders. Geregeld is er bezoek, of er komt weer iemand bij de ILS (mijn stageplaats) aangewipt die bijna even oud is als de neef van de baas (een collega van mij) maar die dan zijn zus d'r zoon blijkt zijn, ofzoiets, ik ben het spoor onderhand redelijk bijster geraakt.

Goed, mijn laatste maand hier dus. Jullie willen natuurlijk weten of ik jullie mis hè, haha. En ik zal jullie een al dan niet bevredigend antwoord geven: Ja, ik mis jullie! Ik heb het hier wel een beetje gezien. Ben hier nu ruim 3 maanden en mijn sociale leven heeft toch een fikse devaluatie achter de rug. Hoogtepunt bestaat hier uit een zondagmiddag op het platteland bij de ouders van 'n student (heel mooi daar overigens, en ik kom er helemaal tot rust...) of ergens een ijsje eten in de stad. Allemaal hartstikke goed bedoeld, maar een gezelligheidsdier als ik gaat zoiets niet veel langer trekken dan een aantal maanden. Ik hoop bij terugkomst in de polder toch op een flinke upgrade wat betreft gezellig doen en lekker ongedwongen ergens een biertje weghappen. Een terrasje pakken zonder dat je er alleen zit... In Gaziantep zit men normaal gesproken niet met een biertje in de buitenlucht, zoals ik in één van mijn eerdere bijdragen al heb gememoreerd.

En als je op het terras zit, mag je nog iets te roken opsteken ook! Niet dat ik rook, jullie kennen me, maar in de Nederlandse kroeg kun je voortaan niet meer uit de voeten met je pakje sigaretten. Het is voor de verstokte roker dus hopen op een mooie lange zomer die nog een verlenging krijgt in september en oktober of langer nog middels een Indian Summer. Je ziet, ik ben aardig op de hoogte. Geen kunst meer in dit tijdperk van internet. Kun je nagaan dat het nog maar 10 jaar geleden is dat internet helemaal niet zo algemeen was, en nog maar ietsje langer dat vrijwel niemand een internetaansluiting had. Een wereld zonder internet, nauwelijks meer voor te stellen.

Terug naar de rookvrije horeca... Het rookverbod in Nederland dus, ben benieuwd of dat een verandering van sfeer brengt in de uitgaansgelegenheden. Ik heb de overgang niet meegemaakt, wel raar als ik straks terug ben en er wordt nergens meer in de kroeg gerookt. Van mij had het niet per se gehoeven, ik vind het ook wel gemoedelijk om af en toe een sigaartje op te steken. Gewoon gezellig, met een paar vrienden. Ik realiseer het me nog niet helemaal, maar ook dat gaat helaas niet meer. Hier in Turkije schijnt het rookverbod volgend jaar ook te worden ingevoerd, al moet eerst de huidige regering maar eens afwachten of die er tegen die tijd überhaupt nog zit.

Trouwens, sigaretten zijn hier erg voordelig, dus mocht ik nog iemand blij kunnen maken met een paar pakjes peuken dan verneem ik dat uiteraard graag. Voor de rest heb ik hier sinds terugkomst uit Syrië niet al te vele bijzondere dingen meegemaakt. Heb wel een aanvaring gehad met m'n baas. Waar gaan alle ruzies over? Precies, over doekoe. Ik was er namelijk achter gekomen dat het vooraf afgesproken maandelijkse bedrag dat ik hier betaal om te wonen (400 Turkse lira, oftewel zo'n 200 euro) precies overeenkomt met het bedrag dat m'n baas en z'n vriendin over dezelfde periode aan huur betalen. Kortom, je zou kunnen stellen dat ik in m'n eentje de huur ophoest. En ik meen mij ook heel helder te herinneren dat ik toch echt alleen de aansluitingskosten voor internet volledig voor m'n rekening zou nemen en dat ik dan vervolgens de ene helft en m'n baas de andere helft van de internetkosten zou betalen. Niet dus... bovendien verdien ik hier al geen euro, dus ik kom zeker niet rijk terug uit het Turkse. Hoe dan ook, het is vooralsnog een hele nuttige ervaring geweest, en die laatste paar weken zit ik hier ook nog wel uit, don't worry!

zondag 22 juni 2008

Damascus, even er tussenuit!

"Gaziantep, waar ligt dat dan?" Veel mensen hebben uiteraard geen flauw idee, al zal het voor menig bezoeker van mijn weblog inmiddels hopelijk wel duidelijk zijn waar ik me ergens ophoud. Oké, nog één keertje dan: Gaziantep ligt in het zuidoosten van Turkije, zo'n 50 km boven de Syrische grens. Inderdaad, vlakbij het Midden-Oosten. En als je daar zo dicht in de buurt bent, dan moet je er toch een keertje heen. Zo'n kans krijg je niet bijster vaak. Nu leek me Irak toch een beetje overdreven, maar Syrië is prima te doen.

Syrië dus, volgens de regering George W. Bush en Israël een land dat zich louter inmengt met terrorisme en met een regime waar weinig van deugt. En daar ging ik dus zomaar even een paar dagen naartoe. Dinsdag door één of ander Turks taxibedrijf dat ook visums regelt voor Syrië (daar zijn er hier bulten van) de grens over gezet. Niet via de dichtstbijzijnde grensovergang bij Kilis, maar via een omweg door de provincie Hatay (Antakya). Dit duurde me allemaal erg lang, pas om een uur of vijf had ik een visum voor Syrië - zonder enig probleem overigens - en reden we in de gammele Toyota naar Aleppo. In Aleppo veel vrouwen die compleet gesluierd rondliepen, helemaal in het zwart. Zelfs de ogen bedekt, al is de stof hier wel doorzichtig zodat de vrouwen nog wel iets voor zich kunnen zien. Een stukje emancipatie lijkt me hier wel op z'n plaats.

In Aleppo, een zo op het oog mooie stad met veel bezienswaardigheden, nam ik de bus naar Damascus. Voor een eurootje of 7 in een prachtige moderne bus met airconditioning, geen overbodige luxe in deze regio. Vijf uur en zo'n 350 km later arriveerde ik in Damascus, alwaar ik me per taxi naar het Dar Al-Yasmin liet vervoeren. Ik had via internet hier voor twee nachten geboekt, de derde nacht was er geen plek en zou er een ander onderkomen voor me worden geregeld. Doodmoe van de reis nam ik een douche en ging ik slapen.

De volgende ochtend lekker ontbeten in het uiterst sfeervolle hotel, echt een aanrader! Een beetje jammer alleen dat de airco in mijn kamer het niet goed deed, al viel de temperatuur er nog wel mee. Dat kon niet worden gezegd van de temperatuur in de Damascus zelf. Pff... het was er loeiheet, de temperatuur schurkte zo tegen de 40 graden Celsius aan. Na een paar uur viel ik zowat flauw van de hitte en moest ik tot mijn verdriet constateren dat sightseeing met dergelijke temperaturen niet is weggelegd voor een uit de klei getrokken Nederlander. Vandaar dat ik in de paar dagen dat ik in Damascus heb vertoefd veel te weinig van de stad heb kunnen zien. Een tikje spijtig is dat wel, want Damascus is een ontzettend leuke en enerverende stad, met erg aardige mensen. Ik moet dus nog een keer terug.

Wat erg leuk is aan Damascus is dat het een smeltkroes van allerlei culturen is. Zelf verbleef ik in de christelijke wijk, dus een keertje geen oproepen tot gebed aan mijn hoofd maar kerkklokken! Ik heb in Damascus voetbal gekeken (Duitsland-Portugal, wat een kraker!) tussen de waterpijprokende en bierdrinkende mensen, heb een erg interessante ontmoeting gehad met de heer Jos Hartman, heb Libanees bier (lekker!) gedronken en was op het laatste avondje omgerekend nog niet eens 20 euro kwijt, de nodige biertjes gedronken, enkele wodka's met wat expats (o.a. uit Oostenrijk), plus het avondeten dat bestond uit een kipschotel met uiensoep vooraf. Kom daar in Nederland maar eens om!

Vrijdagochtend vanuit Damascus met een nog goedkopere bus dan tijdens de heenweg - slechts € 3,- en dat voor 350 km! - richting Aleppo. Hier stapte ik rond kwart voor drie de bus uit en zag vervolgens allemaal taxichauffeurs voor me staan die stuk voor stuk wilden weten waar ik heen moest. Toen ik "Gaziantep" zei vielen ze over elkaar heen, rukten ze aan mijn koffer en schreeuwden allemaal dat zij me naar Gaziantep zouden brengen. Even dreigde er zelfs een vechtpartij, en voor ik het wist zat ik in een taxi - bijna alle taxi's in Damascus en Aleppo zijn van het merk Saipa, een Iraanse autobouwer - en werd mij eerst verteld dat ik voor 2000 Syrische pond (zo'n 25 euro) naar Gaziantep kon. Dat leek me wel erg goedkoop, en even later was het bedrag ineens verhoogd naar 5000 pond (ruim 60 euro). Vlak voor de grens echter werd ik de taxi uitgegooid en stond er een andere taxichauffeur reeds op me te wachten. Ik was zo stom geweest om de 5000 pond al te betalen, dus je voelt hem al aankomen: hartstikke opgelicht! Iets waar je sowieso voor moet uitkijken in deze regio, ook in Gaziantep zijn ze er erg bedreven in om je af te zetten. De nieuwe taxichauffeur wilde 40 euro hebben om mij de grens over te zetten en naar Gaziantep te brengen. Hier zaten de kosten voor het nieuwe visum - oude met eveneens een geldigheid van 90 dagen was inmiddels verlopen - bij inbegrepen. Of dit een één-tweetje betrof tussen beide taxirijders is me niet duidelijk, maar het zou zomaar kunnen. Toch was de tweede taxichauffeur een schappelijke man, die een stuk betrouwbaarder overkwam - hij gaf me zelfs nog te eten en te drinken - dan de twee louche Syriërs die me voor de grens hadden gedumpt. Toegegeven, ik was weer even een naïeve polderbewoner die even was vergeten in welk deel van de wereld hij zich ook alweer bevond.

Helaas is mijn fototoestel op mijn eerste dag in Damascus gesneuveld en heb ik zodoende nauwelijks tot de verbeelding sprekende foto's kunnen maken. Nog een extra reden dus om weer terug te gaan naar deze stad. Maar dan wel in de lente of de herfst, of 's winters... dat is toch wat aangenamer toeven. Voor Gaziantep is de weersvoorspelling voor deze week 40 graden (misschien zelfs daarboven), echt een verschrikking. Op mijn kamer was het totnogtoe redelijk vol te houden, maar ik moet nu toch echt een ventilator aanschaffen.

Goed, Damascus dus, een stad die me erg goed is bevallen. Er was genoeg leven in de brouwerij, met name 's avonds. Een wereld van verschil met Gaziantep, waar het uitgaansleven - oké, nu overdrijf ik een beetje, maar toch - het nauwelijks wint van dat van pak 'm beet Lemmer. Verschil is wel dat Gaziantep 1 miljoen zielen telt en dat Lemmer het moet doen met een duizendje of tien. Nog een week of zes en dan kom ik weer gezellig terug naar Nederland.

maandag 9 juni 2008

Dolmuş

Iedereen die wel eens in Turkije is geweest kent ze misschien wel: die kleine busjes die overal door de stad rijden om mensen van A naar B te brengen, de dolmuş. Gaziantep heeft ongeveer een miljoen inwoners en de dolmuş is er een belangrijke schakel in het openbaar vervoer. Echter, ik vind de dolmuş soms behoorlijk çok götü, oftewel: klote. Normaal gesproken ga ik lopend - meestal alleen of de heen- of de terugreis - of ik rij een keer met de baas mee. Maar soms heb je haast - er is voetbal op tv! - en ga je met de dolmuş. De dolmuş dus, dat is vervoer voor een prikkie (zo'n 60 cent) en voor dat geld word je als in een blik sardientjes op vier wielen door de straten van Gaziantep geloodst.

De dolmuş in Gaziantep is hoofdzakelijk blauw met een beetje wit, telt hooguit 20 zitplaatsen en rammelt aan alle kanten. Het is er meestal loeiheet en stampvol. Bij binnenkomst ga ik meestal staan, aangezien er vaak allang geen zitplaats beschikbaar meer is. Vervolgens probeer ik zonder enige bewegingsvrijheid - de dolmuş is werkelijk helemaal volgepakt - mijn rechterhand naar m'n rechterbroekzak te verplaatsen om m'n portemonnee te pakken. Een uiterst moeizaam proces met 40 tot 50 mensen in een busje dat slechts 20 zitplaatsen telt. Voordeel is wel dat je niet languit gaat, hoe onbehouwen de chauffeur zich ook een weg door het rampzalige verkeer heen slingert.

De hier altijd fel schijnende zon, het destructieve rijgedrag van de doorsnee dolmuşbestuurder en een vracht alles lijdzaam ondergaande Turken zorgen normaliter voor een weinig aangename rit. En er is altijd wel iemand die knoflook heeft gegeten. Als mijn neus mij niet bedriegt wordt het sowieso hoog tijd dat Axe® een schepje bovenop haar marketingactiviteiten in dit gedeelte van Turkije doet, maar dat geheel terzijde. Als je je bestemming hebt bereikt, roep je dat je eruit wilt en dan stopt het krakkemikkige koekblik ook ogenblikkelijk, stukje service! Vervolgens stap je - indien mogelijk - compleet geradbraakt naar buiten.

Op deze manier werd ik vanavond rond een uur of 19:30 uur lokale tijd (bij jullie in Nederland is het meestal een uurtje vroeger) min of meer veilig voor m'n appartement afgezet. En ik had het meteen gezien: geen stroom! De lichten brandden niet in de meeste winkels... Onmiddelijk schoot door mijn hoofd: Verdorie, geen stroom, Nederlands elftal, klote-elektriciteit in Turkije ook altijd! Gelukkig doet de stroom het inmiddels weer, en Roemenië en Frankrijk schijnen er een erg saaie pot van gemaakt te hebben. En yes, het gaat helemaal goedkomen want ik lees net dat Boulah in de basis staat! Bier en chips ingeslagen, en nu maar hopen dat de elektriciteitsvoorziening het houdt. Hup Holland, ik heb het gevoel dat het helemaal goed gaat komen! Haha, kennelijk word je chauvinistisch van een paar maanden in het Turkse.

Update: Jaaaaaaaaaaa!!!!!!!!!!!! Dit is fantastisch, ik had al zo'n voorgevoel!!! Normaal had ik nooit zo'n positief gevoel over Oranje vlak voor een eerste wedstrijd, maar ditmaal wist ik het zeker. Finale: Portugal-Nederland, ik zeg het jullie alvast maar! Heb ik ook ingevuld voor m'n EK pool. En oh ja, de stroom is dus niet uitgevallen!

dinsdag 27 mei 2008

Met pa en ma Turkije door

Afgelopen woensdag kwamen m'n ouders naar Gaziantep. De dag ervoor waren ze al naar Turkije gevlogen, in Alanya - dat zomers vooral het decor is van best wel bezopen jongeren die op zuipvakantie zijn, ben er zelf inderdaad ook geweest, haha! - hadden ze een hotel gehuurd waar ze maar twee nachten zouden slapen. Woensdagochtend stond er een huurauto voor ze klaar, hiermee zijn ze naar Gaziantep toegereden. In het centrum wisten ze de weg niet meer en zijn ze maar naar een politiebureau gereden. Hier hebben Ahmet (mijn baas) en ik ze opgepikt. Doordat er een beurs over investeren in Irak (geen grapje) in de stad plaatsvond was er geen hotelkamer meer te vinden. M'n baas bood uitkomst: Nico en Hennie konden bij hem (ook bij mij dus) de nacht doorbrengen. Erg vriendelijk uiteraard, en een prima oplossing.

De volgende dag was het lomp heet. 's Ochtends heb ik m'n ouders wat van het centrum van Gaziantep laten zien en gaf m'n baas een rondleiding door het nieuwe onderkomen van de talenschool. Hier zal ik de komende maanden dus werkzaam zijn. Nu hadden ze gelijk de eer om kennis te maken met Özgül, de tapgeit (met alle respect natuurlijk) die met een priemende blik haar aanstaande schoonouders (naar zij dacht) inspecteerde. Moeders had onmiddelijk in de gaten dat dit de theerondbrengende - wederom met alle respect... - tiktroela moest zijn. 's Middags lieten we Gaziantep achter ons en stuurde paps de Renault Clio (model sedan) door het dorre landschap met vooral veel boomgaarden. Pistachenootjes, jawel! Gaziantep is de pistachehoofdstad van de wereld. De wijde omgeving is een en al pistachenotenboomgaard, en dat is weer een woord dat niet misstaat op het scrabblebord.

In de namiddag vonden we een mooi dorpje aan een grote rivier. Dit dorpje, Halfeti genaamd, trekt zomers de nodige toeristen. Wij de auto geparkeerd en rondvragen of er ook een hotel of een pension in het dorp was. Twee jongens wisten wel uitkomst, we hoefden ze alleen maar te volgen. We klommen een stukje naar een hoger liggend gedeelte van het dorp. Hier stelde één van de jongens een verdieping van zijn huis beschikbaar. De gevraagde som voor één nacht was een voor ons Nederlanders schappelijke prijs, maar aan het gezicht van de kersverse pensionhouder te zien voor een doorsnee Turk een heel lekker zakcentje. Prima, m'n ouders en ik vonden het een mooi avontuur. Toen we terugliepen naar de rivier liet de jongen z'n mededorpelingen met een stralend gezicht weten wat voor goede zaken hij had gedaan in de recreatiebranche.

Aangezien het nog altijd erg warm was gingen wij met de andere jongen - nu ook glimmend van trots - een boottocht maken over de rivier. Bij terugkomst was het door ons besproken gedeelte van het huis omgeturnd in iets wat voor een pension moest doorgaan. Nog een fles wijn op de kop getikt bij een plaatselijk restaurant - ik mocht de volgende dag betalen en kreeg ook nog glazen mee! - en zo hadden wij een mooie avond op ons privéterras. Geslapen als een roos en we konden de volgende ochtend dan ook weer fris en vrolijk op pad.

Het was inmiddels vrijdag en de tocht voerde ons aanvankelijk lange tijd door een armoedige plattelandsstreek. Het was er kurkdroog, de dorpjes maakten een vervallen en troosteloze indruk. Op het land waren vooral de vrouwen aan het werk, de mannen zaten of onder een boom maar vaker nog met z'n allen voor of in het theehuis een potje rummikub te spelen of gewoon te nietsen. Een schrijnende situatie, de vrouwen hadden dan ook meestal een ronduit droevige gezichtsuitdrukking. Her en der kwamen we een mede door de EU gefinancierd irrigatieproject tegen, een poging om dit deel van Turkije weer nieuw leven in te blazen. En dat is hard nodig, want we zijn toestanden tegengekomen die je eerder in een derde wereldland verwacht.

Naarmate de vrijdagmiddag vorderde kwamen we in een bergachtige streek terecht en lieten wij het meest armoedige gedeelte achter ons. Niet dat het nu ineens welvarend werd, maar er was verbetering zichtbaar. 's Avonds kwamen we aan in Andırın, een niet al te grote plaats waar toch verrassend veel winkels en eettentjes waren. Toeristisch was het er daarentegen totaal niet, dus vroegen we ons enigszins vertwijfeld af of er wel een slaapgelegenheid was. Dit bleek echter helemaal niet nodig, want Andırın beschikt over - en nu word ik even een tikkeltje sarcastisch - het geweldig luxueuze hotel Kaya. Ongekend! Deze accommodatie die meer weg heeft van een armzalige herberg dan van een hotel deed je een jaar of vijftig teruggaan in de tijd. De slaapgelegenheid werd gerund door een oude baas, de patroon. Deze grijsaard, die wel wat weg had van Douwe Dabbert, sprak zelf geen Engels, maar gelukkig was er een Engelssprekende dorpeling die hem kenbaar maakte dat wij een onderkomen voor de nacht zochten. In het muf ruikende en bepaald niet schone 'hotel' Kaya was - hoe kon het ook anders - nog wel plaats voor ons. 's Avonds werden we door de plaatselijke dorpsjeugd voor gek verklaard. Hotel Kaya is helemaal "scheiße", aldus één van hen. De bevolking was zeer vriendelijk en bij de plaatselijke mannensociëteit - hier in het straatbeeld amper een vrouw te bekennen - werd ons nog Turkse koffie aangeboden.

Na een enigszins moeizame nacht in hotel Kaya - bij het verlaten ervan stuitten we nog op de patroon - vervolgden wij zaterdagochtend vroeg (een uur of 8) onze tocht. De eerste zestig kilometer waren zonder overdrijven echt prachtig. Een schitterende weg voerde ons door de bergen van Andırın naar Göksun. Onderweg nog baklava - met ijs! - gegeten, dit moesten m'n ouders toch geproefd hebben tijdens hun weekje Turkije. 's Middags zagen we vanuit de verte de Erciyes al liggen, een bijna vier kilometer hoge met sneeuw bedekte berg. Vanaf 50 kilometer konden we de berg al boven de horizon zien uitsteken, een prachtig gezicht, check de foto's maar! Bij de berg nog een grondeekhoorn gezien, het grappige beestje bleef wel een halve minuut rechtop staan voordat het z'n holletje inkroop. In de namiddag arriveerden we in Cappadocië, een bijzonder gebied met talloze ondergrondse woningen - hele dorpen zelfs! - en een heel typisch landschap. Bij toeval - we kwamen een Nederlandse dame tegen die er al vijf jaar woonde - vonden we in de mooie plaats Avanos een erg leuk pension. De zeer sympathieke eigenaar was al een paar jaar eigenhandig bezig met het uitgraven en het in oude staat brengen van een eeuwenoud ondergronds dorp. Hij gaf ons een rondleiding door het gangenstelsel waarvan we erg onder de indruk waren. Hier heerlijk geslapen en de volgende ochtend uitgebreid op het terras ontbeten.

Dag vier van onze tour inmiddels. De morgen en het eerste deel van de middag brachten we voornamelijk in Cappadocië door. Moeders was op souvenirjacht - pa had reeds eerder een echte Turkse pet gekocht - en niet zonder succes. Een tapijt en een kleurrijke sjaal waren haar buit. Halverwege de middag lieten we het bijzondere landschap van Cappadocië achter ons en reden we urenlang over de saaie hoogvlakte van centraal-Turkije. Niet erg de moeite waard; er woont geen sterveling en het is er vooral vlak en kaal. Aan het begin van de avond verlieten we de grote weg bij Ereğli. Het doel was het plaatsje Halkapınar, zo'n 15 km verderop gelegen aan de voet van een woest bergketen met toppen tot aan 3500 meter. Hier werd het landschap plotseling weer erg fraai, de bergen rezen stijl voor ons op. Het was echter noodweer, en dan regent het hier niet zo als een zomerse bui tijdens het onweer in Nederland. Nee, het ging flink tekeer en de straten en wegen stonden helemaal blank. In het dorp bleek er bij navraag in de buurtsuper geen pension of wat dan ook - we zijn snel tevreden! - te vinden, en het weer liet ons niet toe het hele dorp rond te lopen. De ervaring leert namelijk dat er altijd wel een Turk te vinden is die zijn huis een nachtje wil afstaan aan een paar gasten.

Geen onderkomen in het dorp dat zo prachtig is gelegen, dus zat er niets anders op dan terug te gaan naar de stad Ereğli. Het regende nog altijd pijpenstelen, dus wilden we snel een hotel vinden. De auto maar ergens aan de boulevard in het centrum geparkeerd en bij de eerste de beste winkel gevraagd naar een hotel of pension. Nog geen honderd meter verderop bleek een prima hotel te zijn, hotel Fuat Bey. Hier waren nog kamers vrij en zo luxe hadden we het nog niet gehad, 90 Turkse lira voor een driepersoonskamer mét ontbijt. Dat komt omgerekend neer op € 15,- per persoon. Een prima hotel, met een keurig nette kamer. Hilarisch was het moment dat de piccolo - door mij omgedoopt tot Abeltje - in z'n oranje pakje de koffers voor ons wilde sjouwen. M'n vader wilde de grote koffer van auto naar hotel brengen, maar dat stond Abeltje niet toe. Hij trok en sjorde met alle geweld aan de koffer. Vader Nico stribbelde nog tegen, maar Abeltje trok aan het langste eind. Zoveel nederigheid waren wij zelfs in Turkije nog niet gewend en brullend van het lachen stuiterden we over de straat richting hotel.

's Avonds kebap gegeten in een restaurant aan de overkant van de straat en toen kwam de climax van deze korte maar uiterst vermakelijke vakantie. Ik meende dat we nog ergens een alcoholische versnapering moesten halen. Er waren wel wat cafeetjes, maar deze vielen niet bij ons in de smaak. Plotseling hoorde moeders weer die mooie Turkse muziek ergens vandaan komen, die had ze eerder op de dag ook al gehoord. Dus wij onze oren achterna en spoedig hadden wij de bron van het geluid achterhaald. Een trap voerde ons naar boven en hier werden wij net iets te hartelijk ontvangen door één van de uitbaters. Paps had zelfs de eer om door een wel erg over the top vriendelijke dame te worden verwelkomd. Al gauw bleek dat we in een hoerentent terecht waren gekomen. Maar nog helemaal in de goede stemming van al die Turkse gastvrijheid van de afgelopen dagen gingen we lekker naïef aan een tafeltje zitten. De ietwat ranzig ogende ober deed glibberig amicaal en vooral m'n vader was de 'gelukkige'. Er werd een goede witte wijn aangerukt, voor mij werd een goudgele rakker geserveerd en al spoedig stond er een uitgebreide uitstalling aan hapjes voor onze neus. "Dit is niet gratis," probeerde ik m'n moeder al duidelijk te maken. Die verkeerde echter in een uitbundige stemming doordat de jonge zanger haar maar kushandjes bleef toewerpen.

De stemming van m'n vader daalde echter tot het nulpunt toen er tot twee keer toe servetjes - sfeervol bedoeld - over ons werden uitgestrooid. Paps had z'n wijn inmiddels op en had geen zin in een nieuw glas. De bolle zangeres - een mormel met een gezicht als een Perzische kat - was niet weg te slaan van onze tafel en wilde haar zangkwaliteiten graag beloond zien met briefgeld, m'n ouders werden haast de dansvloer opgesleurd en de opdringerige ober dreef m'n vader tot het uiterste. We besloten dat het genoeg was, de hoertjes aan de tafel tegenover ons keken verveeld in het rond en eenmaal bij de bar gekomen bleek dat de rekening het lieve sommetje van 90 Turkse lira bedroeg. Dit schoot vooral Nico van Wegen geheel in het verkeerde keelgat. De normaal zo vriendelijke en rustige vader werd woest en dreigde in het Nederlands met de politie. De gluiperig ogende ober hield voet bij stuk. We moesten omgerekend zo'n 50 euro ophoesten en gauw! Mijn vermoeden dat dit weleens een vrij duur half uurtje kon zijn - of minder nog - kwam helemaal uit. Helaas voor hem had de engerd zich versproken over de prijs van de fles wijn en ik rook m'n kans. Ik legde hem uit dat we slechts toeristen waren die wilden genieten van een glaasje wijn of bier en niets meer dan dat. Hij bleef maar irritant met het bonnetje zwaaien. Ik pakte een biljet van 50 lira (iets van 25 euro) uit mijn portemonnee, drukte dat in de handen van de enige tanden missende gladjakker en gaf hem te kennen dat hij niet op meer hoefde te rekenen. Onder protest ging hij akkoord, schudde ons nog lafjes de hand en wij maakten dat we wegkwamen. Eenmaal buiten kwamen moeders en ik niet meer bij van het lachen. Ook vaders zag de humor er gelukkig snel van in en zo eindigde een erg amusante en gezellige tocht door een deel van Turkije.

De volgende ochtend - het was intussen maandag 26 mei - scheidden onze wegen. Ik nam de trein naar Adana, die overigens met een slakkengang richting deze zuidelijk gelegen stad hobbelde - om daar per luxe touringcar (niet sarcastisch deze keer, echt de modernste bus waar ik ooit in heb gezeten) voor 18 Turkse lira (ongeveer 9 euro) naar Gaziantep vervoerd te worden. M'n ouders kwamen 's avonds weer aan in Alanya, om de volgende dag vanuit Antalya weer naar Nederland te vliegen. Ik heb inmiddels de foto's online gezet, ga voor dit behoorlijk uitgebreide album hierheen met je muis. Het kan zijn dat sommige foto's niet erg scherp zijn, ik had in eerste instantie mijn digitale camera niet op de juiste stand staan, shit happens.

Overigens werd ik tijdens de trip met m'n ouders tot tweemaal toe gesms't door mijn aanbidster - de receptioniste schuine streep typiste dus - die mij ontzettend miste en de hulp van een docent Engels had ingeschakeld om mij dit te laten weten. Vanmorgen liet ze nogal verontwaardigd weten uiterst teleurgesteld te zijn in het uitblijven van een reactie hierop. Even later deelde ze me echter tot vervelens toe mee "I very I love you" (uitgesproken als: Ai ferrie auw low joe"). 's Middags was mevrouw voor de verandering maar eens verdrietig en jammerde om de haverklap "Joe no goe toe Holland, ai em ferrie set". Ondertussen was ze ook nog een uur compleet uit d'r humeur omdat ik naar haar mening veel te aardig deed tegen drie - inderdaad erg appetijtelijke en bovendien véél intelligentere - studentes. Kortom, beste lezer, je kunt je voorstellen dat ik inmiddels vermoeid ben en dadelijk op één oor ga. Welterusten, oftewel: Iyi geceler!

dinsdag 13 mei 2008

Op z'n Gazianteps

De baas en z'n vriendin zijn weg, dus ik heb het hele huis voor mij alleen. En dat is mooi, want ik niet hoef te werken. Niemand van het personeel trouwens, want de International Language School ligt even finaal op z'n gat. We gaan verhuizen naar een kleiner pand, en aangezien we de afgelopen twee dagen alle spullen al uit ons inmiddels voormalige onderkomen hebben gehaald is het nu tijd voor een paar welverdiende vrije dagen.

Verhuizen, ik kan het niemand aanraden. En al helemaal niet als het op z'n Gazianteps gaat. Ik zeg bewust Gazianteps en géén Turks, want het ene deel van Turkije is het andere niet. Dit is een land met vele gezichten. Maar voor Gaziantep geldt dat het leven vaak gecompliceerder is dan nodig. En dat is soms heel vermoeiend. Een paar voorbeeldjes? Vanmorgen kwam er een man langs de deur met de mededeling dat het water voor de komende drie dagen wordt afgesloten. Ze zijn hier met werkzaamheden bezig en ik heb het vermoeden dat het allemaal best in één dag af kan zijn. In Gaziantep gaan zulke dingen echter voornamelijk tergend langzaam. En daar zou je je helemaal kapot aan kunnen ergeren.

Het verhuisbedrijf dat de spullen uit ons gebouw zou halen kwam, nadat ze al uren hadden gesjouwd, opeens in opstand. De hoeveelheid meubelen viel ze bij nader inzien toch wat tegen en de arbeiders wilden meer geld zien. Er was echter van tevoren een bedrag overeengekomen, en mijn baas hield voet bij stuk. Veel geschreeuw, druk telefoonverkeer, de sjouwers staakten en wachtten buiten de onderhandelingen af. Die bleken niet het gewenste resultaat op te leveren en plotseling vertrok de ploeg. Halsoverkop, hun gezichten stuk voor stuk op onweer en stom genoeg zonder het geld op te strijken van de reeds gedane arbeid!

Er stond echter nog een hele vracht meubels en andere eigendommen te wachten voor nader transport. Dus werd er door mijn baas een ander bedrijf opgetrommeld. Na enige uren wachten verschenen deze werklui en zij klaarden zonder morren de klus. Ook ik ben twee dagen druk in de weer geweest, maar het sjouwwerk mocht ik gelukkig aan de ingehuurde mannen overlaten. Toen ik een stoel optilde en daarmee richting uitgang wilde sjouwen werd ik verontwaardigd terechtgewezen door de vriendin van de baas. Hoe haalde ik het in godsnaam in m'n hoofd om tot dergelijke arbeid over te gaan? Nee, het personeel mocht opruimen en dingen sorteren, maar het slepen met spullen was toch echt voor het ingehuurde volk.

Twee vermoeiende dagen dus, en met name door de vele uren niksdoen (wachten of verhuisbedrijf 1 nog tot inkeer kwam, wachten op verhuisbedrijf 2) was ik behoorlijk moe. Vandaag echter lekker uitgeslapen en nu het rijk voor me alleen. Alleen wel vervelend dat ik zonder water zit. Drie hele dagen zonder water. Ik zal het ongetwijfeld overleven, maar ik ben natuurlijk een verwende Nederlander die zich iedere dag wil douchen en er nooit bij stilstaat hoeveel water hij dagelijks verspild. Aan het einde van de week hopen we onze intrek te kunnen nemen in het nieuwe pand. Ik ben benieuwd of er dan nog een eigen kantoor voor me inzit...

Als het allemaal op z'n Gazianteps gaat zal het gebouw vermoedelijk niet op tijd gereed zijn en zal het wel weer begin volgende week worden voor we daadwerkelijk weer in bedrijf zijn. Alles gaat z'n gangetje, het kabbelt maar voort. Zoveel haast als de mensen hier in het verkeer hebben, zo langzaam gaat het in andere aspecten van het leven. Je leert er mee leven, je stelt je erop in. Communicatie met andere bedrijven gaat hier bijvoorbeeld vaak erg lastig, want na enige tijd blijken er wel vier of vijf verschillende contactpersonen te zijn.

Alles gaat via vele schijven, dit vertraagt het zaken doen. Laatst hebben we, om maar wat te noemen, een offerte voor het vliegveld van Gaziantep opgesteld. Een tiental personeelsleden moest een cursus Engels volgen. Persoonlijk de offerte langsgebracht, samen met m'n baas. Ontvangen met alle egards door de directeur van het vliegveld, een zeer vriendelijke dikzak. Er leek dus niks aan de hand, maar na enkele dagen bleek dat er meerdere personen verantwoordelijk waren voor het wel of niet accepteren van onze offerte. En uiteraard hadden al deze personen elk een andere mening.

Vervolgens gaan er weer twee weken overheen: Nieuwe offerte, nog weer enkele aanpassingen, contact met meerdere mensen, iemand van het vliegveld op ons kantoor uitgenodigd, onwaarschijnlijk hoe het er hier aan toegaat. Je kunt er heel gefrustreerd van worden, maar ik had al spoedig in de gaten dat je daar helemaal niets mee opschiet. De baas heeft er meer moeite mee, die schiet geregeld om het minste of geringste uit z'n slof. Tja, hij heeft acht jaar in Nederland gewoond en heeft dus geleerd hoe het ook kan. En dan is het bij terugkomst wennen geblazen, want alles is er het oude gebleven.

Je komt hier voor vele verrassingen te staan en er zijn altijd addertjes onder het gras. Maar ik kijk (bijna) nergens meer van op. Ik heb gemerkt dat als je te vaak zegt dat het ook anders kan je al snel wordt gezien als een betweter, die Nederlander die het wel even zal oplossen. En daar moet je natuurlijk voor waken, want de mensen moeten wel wat van je aan willen nemen. Rustig blijven en vooral die glimlach niet kwijtraken, dan komt alles vanzelf wel een keertje goed... inşallah!

woensdag 7 mei 2008

Barbara

Ik zit bij gebrek aan beter aan mijn Nescafé te nippen en heel chill te genieten van mijn vrije dag. Muziek aan, even een wasje draaien en voor de rest vooral kalm aan doen. Daar ben ik op zich tamelijk goed in, dus dat komt helemaal in orde. Even een lekker dagje niets doen, van mijn uit de kluiten gewassen muziekverzameling genieten, heerlijk!

Laten we het over Barbara hebben. Barbara Small: Ze kwam, ze zag, en... vertrok! Nu kun je nog denken: Barbara Small, klinkt als een geil model. Helaas, het betreft hier toch echt een 70-jarige (!) dame uit Australië. Dankzij een door mij geplaatste advertentie op internet - we zoeken docenten, bij voorkeur native speakers - was deze gepensioneerde onderwijzeres speciaal vanuit Down Under naar Istanbul gevlogen om vandaar uit per bus (!) naar Gaziantep af te reizen. Dat was al gestoord, want om na zo'n lange vlucht met een jetlag van jewelste deze afstand per bus af te leggen duurt zeker 15 uur, terwijl het met het vliegtuig in anderhalf uur geklaard is. Maar goed, ze wilde wat van het land zien.

Afgelopen zaterdag arriveerde mevrouw dus in Gaziantep, en 's avonds maakte ik kennis met d'r. Ze kwam een tikje verward over, maar dat kan de combinatie tijdsverschil, vermoeidheid en leeftijd geweest zijn. Mijn wenkbrauwen fronsten echter wel bij het aanhoren van het ijlen van de krasse dame over een mogelijk eerder bezoek aan Turkije. Ik quote maar even: "It could very well be that I've been here before. It all looks so familiar here in Turkey." Was dit nou zweverig (iets uit haar vorige leven?) of gewoon dement, labiel, verstrooid, dat dus? Eerst maar een nachtje slapen, wellicht knapte Mrs Small daarvan op.

De volgende ochtend ontwaakte ik door glasgerinkel en een schelle kreet van een dame op leeftijd. Klaarblijkelijk had ze een stuk servies op de plavuizen vloer in de keuken laten donderen. Optimistisch als ik ben dacht ik nog: Och kom, scherven brengen geluk. Toen ik even later gedoucht en wel de keuken betrad zag ik de dame in kwestie lichtelijk verstrooid aan het ontbijt zitten gehuld in een soort van joggingbroek en een uiterst gedateerde marineblauwe trui. Niet echt modieus, maar dat kon uiteraard nog haar makkelijk zittende vrijetijdskleding zijn.

Een half uurtje later was iedereen klaar voor vertrek richting International Language School, Barbara stond al lang en breed voor de deur te wachten. Tot verbazing van mijn baas was mevrouw nog altijd gehuld in haar sjappieuitdossing. Beleefd vroeg hij haar of ze misschien niet wat andere kleding bij zich had. Nu had ik haar minikoffer al gezien en de kans dat daar een broekpak of in elk geval ietwat nettere kleding in zat kon niet bijster groot zijn. Een minuut of tien later kwam ze in een witte frommelblouse en een ietwat normalere broek aangewaggeld. Vooruit, fraai was het niet maar ze was net gearriveerd dus het werd voor deze keer oké bevonden. Op naar de plaats waar ze de komende maanden werkzaam zou (inderdaad, ik zeg zou) zijn.

Ze maakte kennis met het personeel, liep wat rond, dronk de onvermijdelijke vloedgolf aan thee en praatte honderduit. Ze woonde enkele lessen bij en 's middags was het aan mij de eer om Barbara rond te leiden door de stad. Door het park, op naar de Tourist Office. Deze bleek helaas gesloten te zijn op zondag. Ik leidde haar verder door de stad en ze leek zich kostelijk te vermaken. In het lommerrijke openluchtcafé in de binnenstad trakteerde ze me op een cola - er was uiteraard geen bier te krijgen - en ze praatte nog altijd over van alles en nog wat. Even later ging ik met een student van de ILS mee naar het platteland, hij wilde me wat van de omgeving laten zien. Zijn vader is boer en hij liet me het land zien met veel fruitbomen (perzik, kersen en een paar fruitsoorten die me door de behoorlijke taalbarrière niet duidelijk werden) en andere gewassen. Erg kleinschalig allemaal, maar zo is de landbouw hier in deze streek.

Anyway, terug naar Barbara. Op een gegeven moment zat ik in het zonnetje met de ouders van de student aan de thee van de schitterende omgeving te genieten. Plotsklap ging de telefoon, mijn baas aan de telefoon met de vraag of er iets was voorgevallen tussen Barbara en mij in de stad. Ze had namelijk te kennen gegeven weer terug te gaan naar Australië. Ik viel zowat om van verbazing, dit was wel zo ongeveer het allerbelachelijkste wat ik ooit in mijn leventje heb meegemaakt.

De volgende ochtend trof ik de - nu wist ik het zeker - seniele dame wederom aan het ontbijt. Alsof er niets aan de hand is praatte ze over koetjes en kalfjes. Ik kon haar nu echt niet meer serieus nemen - jaaaaa, fysiek nog wel natuurlijk, doe niet zo eng! - en reageerde dan ook uiterst lauw nadat ze "it was very nice to meet you" had uitgekraamd. Mijn baas dropte haar vervolgens op het busstation, want ze had tot hilariteit van het personeel op de ILS het plan opgevat om ook de reis terug naar Istanbul per bus te aanvaarden. Kierewiet, geflipt, helemaal loco! Met haar respectabele leeftijd van 70 lentes, zichtbaar kampend met een fikse jetlag en dan na één dag al weer terug willen naar Australië en dan ook nog - de eerste busreis nog niet verteerd hebbende - andermaal vijftien uur in de bus te kachelen over het Turkse wegennet... Volslagen debiel!

De twee slotalinea's gebruik ik om even het voorgaande in samenvatting weer te geven. Mevrouw is 70 jaar oud, komt uit Australië, weet duidelijk (nou ja, kennelijk toch niet) waar ze aan begint. Koopt een ticket van laten we zeggen € 1500,- (even research gedaan op internet) en vliegt naar Istanbul. In plaats van in een vloek en een zucht per vliegtuig van de Turkse metropool naar Gaziantep af te reizen koopt ze een buskaartje en arriveert in staat van ontbinding in Gaziantep.

Vervolgens trekt ze na amper een dag hier aanwezig geweest te zijn vanuit het niets de conclusie dat ze hier niet kan werken en weer terug wil naar Australië. Als klapper op de vuurpijl wil ze weer de vermoeiende tocht per bus naar Istanbul maken en tikt ze opnieuw zo'n € 1500,- af voor een ticket back home. De suggestie van mijn baas om in ieder geval een weekje te blijven en dan te besluiten om te blijven of te vertrekken werd onmiddelijk verworpen en zo geschiedde het dat de verwarde oma in een tijdsbestek van ruim vier dagen van Australië naar Turkije en weer terug vloog. Minstens € 3000,- armer, bij terugkomst in haar thuisland ongetwijfeld fysiek aan het einde van haar latijn en rijp voor opname. De klapper van de week is wat mij betreft dan ook het nummer How Bizarre van OMC.

donderdag 1 mei 2008

Justin Wimberlake

Het kost me de laatste tijd vaak de nodige moeite om in ruim een half uur van het appartement naar de ILS te lopen. Onderweg word ik steeds vaker herkent door winkeliers en regelmatig mondt dit uit in een kopje thee of een ijsje. Niet dat die mensen ook maar enigszins met mij kunnen communiceren, maar ze vinden het leuk om een westerling te ontmoeten.

Soms beginnen deze vriendelijkheden, hoe aardig bedoeld ook, toch een probleem te worden. Laat ik stellen dat het af en toe wat uit de hand loopt. Neem nou afgelopen vrijdag. Ik ging rond klokslag vijf uur weg van kantoor. Lekker weer, dus even met de benenwagen naar huis. Dat ging soepeltjes, totdat ik bij de middelbare school de hoek om ging en in een kluwen van scholieren belandde. Luid enthousiasme viel me ten deel en toen ik me enigszins door de menigte had gewurmd bleek een joelende horde van zo'n 20 jongens en meisjes met me op te lopen. Als Europeanen hebben wij nogal eens moeite om Chinezen te onderscheiden, maar het leek erop alsof ze hier moeite hebben om mensen van het kaukasische ras (blank/Europees dus) uit elkaar te houden en mij derhalve verwardden met een popster à la Justin Timberlake.

Een ronduit foeilelijk meisje liet meteen blijken dat ik haar boyfriend was. "I love you!" brulde het mormel mij tetterend toe. Ze bleef tot vervelens toe in het Turks tegen me aan lawaaien. Uiteindelijk bleek het gedrocht bij een kruising rechtsaf te moeten, de irritatiegrens was allang overschreden maar ik had me netjes weten te houden.

Een Turkse scholier wilde mij baklava aanbieden in één van de vele baklavatenten, dus samen met nog een scholiere zaten we niet veel later aan deze Turkse specialiteit. Mierzoet, maar het is wel lekker. Alleen niet erg bevordelijk voor de stoelgang als je aan de spetterpoep bent. En laat ik nu al een week lang aan de dunne zijn, ik zal een ieder de details besparen. Je zou immers maar net aan het lunchen zijn geslagen! Je schijnt er overigens goed van af te vallen, al vind ik de methode wat rigoreus...

Goed, na de baklava kon de tocht vervolgd worden. De jongen en het meisje gingen elk hun eigen weg en ik dacht even stevig door te kunnen stappen. Maar bij de juwelier waar ik een paar dagen eerder ook al op thee was getrakteerd ging het mis. Geen ontkomen aan, ik moest meteen gaan zitten en werd enthousiast welkom geheten. Ook deze keer mocht de thee vanzelfsprekend niet ontbreken. De eigenaar van één van de winkels ernaast had ook lucht gekregen van mijn aanwezigheid, deed een graai in de diepvries en kwam vrolijk Turks pratend op me afgelopen. Dus zo zat ik met de wat ongebruikelijk combinatie van ijs en thee op een krukje voor de etage van de juwelier geposteerd. Een gesprek over naar ik aanneem koetjes en kalfjes tussen enkele vrolijke heren ging volledig aan mij voorbij en ik kon na de thee en de ijs, "ice tea" genoemd door één van de heren - die zijn eigen grap zelf helemaal het einde vond -, eindelijk huiswaarts.

Het lukte me om de schoenenzaak te ontwijken, ik werd tot mijn opluchting niet gespot door één van de jeugdige medewerkers. Anders had ik zo weer een half uur met ijs en weet-ik-wat opgescheept gezeten. Ik moest nog even langs de computerzaak schuin onder mijn tijdelijke onderkomen om daar 55 Turkse lira - de dag ervoor namelijk daar subwoofer speaker system van Creative, een muis en een USB-hub aangeschaft, je kon er echter niet pinnen - te betalen. De eigenaar is een echte vrome moslim met baard en bijbehorend hoofddeksel. Een erg vriendelijke man, die meteen een glaasje prik voor me inschonk en goed het Engels beheerst. Uiteindelijk was ik iets over zevenen thuis, dus met zo'n anderhalf uur vertraging.

Uit al deze vriendelijke en bevlogen ontvangsten blijkt maar eens dat de mensen hier over het algemeen erg sympathiek zijn, ondanks de conservatieve volksaard hier. Moet er wel bij aantekenen dat ik maandag de fout maakte om weer rond vijf uur van m'n werk te vrtrekken. Zodoende stuitte ik wederom op enkele van de scholieren, waaronder dat gillende schepsel. De rest van de week toch maar een half uur later vertrokken!

woensdag 23 april 2008

Bier!

Woensdag 23 april 2008, 14:02 uur

Toch wel een experimenteel dagje vandaag, want ik ga bier drinken in de binnenstad! Het is woensdag, mijn vaste vrije dag. De zon staat hoog aan de hemel en ik ben de stad ingetrokken. Ik heb mijn portie kebap inmiddels achter de kiezen en heb nu zin in, jawel, bier! Vandaar dat ik nu één van de schaarse café's ben binnengestapt. En dan bedoel ik natuurlijk niet de talloze thee- en koffiehuizen waarmee de stad is volgeplempt.

Een heugelijk feit: Een halve liter Efes à 4 Turkse lira staat voor me op tafel. Ik heb een paar eerste slokken genomen, goddelijk! Koelgetapte Efes, dat smaakt me! En ook al is het niet druk, er zitten tenminste mensen bier te drinken. Dat is hier in Gaziantep gerust bijzonder te noemen. Aan de tafel naast me zit een zakenman zichtbaar te genieten van zijn goudgele rakker. Hij knikt mij goedkeurend toe.

Dit is echter binnen in een café, daar kun je nog redelijk anoniem van je gerstenat genieten. Straks ga ik echter buiten een biertje drinken bij het Beer House. Ik kan je nu al garanderen dat ik de enige zal zijn. Hier drinkt namelijk niemand buiten een biertje. Dat is nogal een taboe. Stel je voor dat je neef of je buurvrouw je spot terwijl je net een flinke slok neemt van je pilsener! Dan zwaait er wellicht wat, want hier in Gaziantep heeft Allah een flinke vinger - zeg maar gerust een hele hand - in de pap. En ergens in de koran schijnt te staan dat alcohol niet mag. Dus in het conservatieve klimaat dat hier heerst is het zelfs voor de grootste bierliefhebber not done om een glas bier in de buitenlucht te nuttigen. Het zou geen seconde in hem (of haar, dames....) opkomen.

Ondertussen is mijn glas Efes al bijna leeg, ik geniet met volle teugen! Dadelijk even vier lira aftikken en op naar het Beer House!
14:51 uur

Niet gehinderd door enige affiniteit met de islam - of welk geloof dan ook - zit ik momenteel op het terras van het Beer House. Dat is een project van de Deense brouwer Carlsberg, het zit hier gevestigd naast het tamelijk luxe
Tuğcan hotel in het centrum. De koperen ploert is behoorlijk op dreef, het is hier 35° Celsius. Voor mij staat, door de Engelssprekende (!) bediende geserveerd, een lekkere Carlsberg voor me geparkeerd in een schitterend mooi glas. Doet wel gelijk € 4,50, maar dit is dan ook een vrij sjieke biertent. Er is een windje opgestoken, waardoor het hier aangenaam voorbijgangers begluren is.

Hola, wat schetst mijn verbazing? Er komen twee Turkse mannen het terras op. En ja, ze bestellen allebei een biertje! Dit zijn mensen die óf niet uit Gaziantep komen of gewoon schijt hebben aan alles 'wat hoort' en ongestoord aan het bier gaan. Voor de rest is het overigens uitgestorven op dit terras. Maar ik zit tevreden aan mijn biertje en denk dat ik er zo nog maar eentje bestel. Şerefe!

zaterdag 19 april 2008

De stad uit

Het is zaterdagmorgen en ik zit zoals gewoonlijk op het kantoor. Echt druk is vooralsnog niet vandaag, dus ik kan gerust even aan een nieuwe bijdrage werken voor mijn weblog.

Donderdag ben ik samen met twee medewerkers van de ILS en met een neef van Ahmet (mijn baas) naar de provincie Hatay geweest. In een plaats op zo'n 280 km van Gaziantep was het tijd voor een feestje, want mijn baas en z'n vriendin Çağla gingen verloven. Ferit, docent aan de ILS, en een beste kerel, reed in zijn Volkswagen Bora. Een mooie rit die voor het grootste deel over goed onderhouden snelwegen voerde. Verrassing bij een tussenstop was het gekoelde blikje bier dat hij voor mij had meegenomen. Een welkome verrassing, want ik had dorst en het was behoorlijk op temperatuur.

Eenmaal aangekomen in Hatay, om precies te zijn in de buurt van de stad
Samandağ, bleek dat we redelijk laat waren en dat de gasten al aan tafel zaten. We kregen een niet al te ingewikkelde maaltijd voorgeschoteld met kebap, een salade van verse groenten en brood. Naast het feit dat ze hier de hele dag thee slurpen is brood ook een onvermijdelijk onderdeel van het dagelijkse leven hier. Overal moet brood bij gevroten worden. Brood bij de rijst, brood bij de kebap, brood bij alle maaltijden, brood bij de porno... grapje uiteraard. Het lijkt wel alsof ze hier leven op brood en thee.

De bijeenkomst vond plaats in een niet al te luxueuze zaal. Er werd gedanst op traditionele muziek - ik bleef lekker zitten - en na enige tijd was het officiële moment dan daar: De verlovingsringen kwamen tevoorschijn. Aan beide ringen zat een lang rood lint. De ringen werden omgedaan, dit ging gepaard met een hele ceremonie waarover ik verder niet uit zal wijden. Na afloop werden de linten in stukjes geknipt en iedere vrijgezel kreeg een stukje, inderdaad: Ook ik kreeg een stukje lint. Nou, het zal nu ongetwijfeld helemaal goedkomen met me, want volgens de traditie hier brengt dit stukje lint geluk in de liefde. Ik ben heel benieuwd!

Ik zat overigens de hele middag tegenover een geheel in paars gehulde schone, ik kon mijn ogen nauwelijks van haar afhouden. Even in plat Nederlands: Een ongelooflijk lekker wijf! Een zeer fraaie verschijning. Volgens mij was het een zus van de vriendin van mijn baas, al weet ik dit niet zeker...

Wat me sowieso beviel aan de provincie Hatay was dat het er veel minder traditioneel aan toe ging. Het viel me meteen al op toen we door de straten reden: De vrouwen waren veel moderner gekleed, nauwelijks hoofddoekjes, het was er vrolijker. Echt, godsdienst werkt beklemmend. Als mensen geloven - en dan ook flink geloven, niet dat halfslachtige semi-christelijke zoals dat ook in de polder nogal eens voorkomt - dan zie je dat hier terug in alles. Het was dus heel verfrissend om Gaziantep uit te zijn. Toen ik gisteren aan de theemuts hier duidelijk maakte - met handen, voeten en andere lichaamsdelen - dat ik Hatay leuker vond dan Gaziantep viel mij een afkeurende blik en een zwaaiende wijsvinger ten deel. Ik was deze keer heel even "not nayz", nee, zelfs "bet"*!!!

Ik heb ondertussen ook een avondje bier gedronken, het is heus waar! Vorige week donderdag werd ik door één of andere Koerdische student hier (mijn baas is overigens ook een Koerd) uitgenodigd om daar te eten bij een stel studievrienden van hem. Dit werd een erg gezellige avond. De maaltijd bestond uit çiğ köfte, voor zover ik kon nagaan bestaat dit voornamelijk uit heel veel rauw gehakt met kruiden en fijngemalen tarwe dat tot in den treure wordt gekneed. Hikmet, de Koerdische student die me had uitnenodigd, was wel twee uur bezig met het kneden ervan. Een heel vermoeiend karwei, echt topsport! Dit kneden schijnt het bakken van het gehakt overbodig te maken. Vervolgens worden er nog uien, specerijen en andere kruiden - o.a. peterselie - aan toegevoegd.

Na stervenslang wachten - ik rammelde dus ook al moest ik gestoofde schapendarmen eten had ik dat gedaan - was het dan eindelijk zover. De
çiğ köfte legde je op een koolblad en deze rolde je er vervolgens omheen. Ik moet zeggen dat het mij prima smaakte, al was ik natuurlijk uitgehongerd. Na het eten werd het bier aangerukt, al gingen de meesten aan de raki. Onder de aanwezigen ook twee studenten uit Syrië. Allemaal bijzonder sympathieke lui, en de meesten van hen spraken gelukkig behoorlijk Engels. Uiteraard werd ook de waterpijp tevoorschijn getoverd. Een vermakelijke avond al met al, ik dronk niet teveel en ben dan ook nog steeds niet dronken geweest sinds ik hier een maand geleden arriveerde...

Zojuist nog even een uurtje in een café koffie gedronken met enkele Turkse studentes die hier Engels leren. Erg leuke dames, en het is echt lachen om ze op een informele manier een beetje Engels bij te brengen. En waarom niet in een leuk café in plaats van een saai klaslokaal?

Wat heb ik verder nog meegemaakt? Even snel op een rijtje: De broer van mijn baas bracht me met zijn Fiat (een vrij nieuwe) van kantoor naar huis, en na 300 meter knalde hij pardoes op een auto die voor een rood stoplicht stond te wachten. En mensen, het is echt waar: Ik heb hier al in de krant gestaan! Weliswaar alleen op de foto, maar wel op de voorpagina. Een klein stukje tekst over het weekend van 26 en 27 april. Dan is er namelijk een soort introductiedag waar iedereen die zich daarvoor opgeeft een soort instapexamen kan doen. Maar daar zal ik jullie verder niet mee vermoeien. Ik sluit deze bijdrage af met de mededeling dat jullie nog een paar leuke foto's van de afgelopen week kunnen bekijken, gewoon hierrrrrr even de linkermuisknop indrukken. Groeten uit Gaziantep!

* bet = bad in het beste Engels van de receptioniste c.q. chronisch te aanwezige theerondbrengster hier op het kantoor.

dinsdag 8 april 2008

Rechtstreeks vanuit de woonkamer

Het is dinsdagavond, 21:50 uur, en het eten is net drie kwartier achter de kiezen. Een heerlijke maaltijd, echt lekker gegeten. De vriendin van m'n baas had gekookt, o.a. vis, gevulde courgette met Turkse rijst en verse groenten. Smaakte echt ontzettend goed. Intussen heb ik hier ook internet in het appartement, draadloos nog wel. En oh ja, drie keer raden wat er nu voor m'n neus op een tafeltje staat geparkeerd, inderdaad: thee!

De baas speelt momenteel op de bağlama, misschien beter bekend als de saz. Dit is een zevensnarig instrument, op zich wel bijzonder. Ik hou wel van de klank. totdat er gezongen wordt tenminste. Dat ontaard al snel in een eentonig klagerig gejammer, het soort muziek dat je hier overal hoort. Ik heb dit hier uiteraard nog niet hardop gezegd, maar na een kwartier ben ik wel toe aan een nieuw stapje op de toonladder.

Ik zit hier nu bijna drie weken, dus ik heb me ondertussen een aardig beeld kunnen vormen van het leven hier. Maar wat echt verbazingwekkend is is het feit dat ze hier, hou je vast, geen postbodes en brievenbussen hebben. De post wordt hier niet bezorgd! Het is toch niet te geloven? Het viel me al op dat ik nergens brievenbussen, postauto's en postbodes zag, dus ik vroeg er m'n baas maar eens naar. Die moest ook toegeven dat het een achterlijk systeem was. Als er post is krijg je op één of andere manier een melding (meestal een week later ofzo) dat er een brief of een pakje voor je op het postkantoor ligt. En eens in de zoveel tijd komt er een medewerker van de posterijen langs. Hoe kan een land nu draaien als de posterijen op zo'n manier werken? Lekker efficiënt! Ik heb m'n pak laten sturen door m'n lieftallige broers. Het kan zijn dat die nu al een week op het postkantoor ligt zonder dat ik er weet van heb...

Verder bevalt het me hier wel, maar m'n sociale leven kan wel een upgrade gebruiken. Het is hier niet echt een kroegencultuur, al zijn er zeker wel pubs en discotheken. Maar ik zoek nog een paar mensen die graag een goudgele rakker lusten. Turkije en drinken lijkt niet echt samen te gaan, een goede moslim drinkt immers niet. Als ik echter al die winkeltjes hier zie wordt er toch een hoop drank verkocht! Met name Efes, het bekendste Turkse bier dus, en raki zijn hier goed vertegenwoordigd. Maar om me nou in m'n eentje te gaan bezatten is ook nogal wat, zo wanhopig ben ik nog niet!

Ik kan jullie ook melden dat de eerste foto's online staan, ik heb ze eind maart gemaakt. Een kleine impressie van mijn directe omgeving kunnen jullie hier vinden. Morgen - woensdag - ben ik vrij en ga ik eens op pad om meer plaatjes te schieten. Anders geloven jullie waarschijnlijk nooit dat er hier nog een Renault 12 rondrijdt als politieauto...

In mijn vorige weblog - tijdens mijn verblijf in Tsjechië vorig jaar - heb ik speciaal een bijdrage gewijd aan Geert Wilders. Ik trok toen fel van leer en zal dat deze keer niet doen. Toch wil ik even stilstaan bij Rita Verdonk, met haar 'politieke beweging' Trots Op Nederland. TON dus. Inderdaad, een holle ton vol lucht. Rita's presentatie was een uiterst gelikte show, maar kijk hier (wel ff op het filmpje klikken) eens wat voor een kneuzen er op Rita afkomen. Hier wil je toch niets mee te maken hebben?

Rita roept wat het publiek wil horen, dat scoort lekker makkelijk! Maar oplossingen heeft Rita niet, inhoud nul komma nul. En dan de merchandising, het logo en de partijkleuren, allemaal rechtstreeks van de oranje supportersvereniging afgepikt. Goedkope bagger! Maar oké, Rita wil een beter Nederland, het moet allemaal anders. Rita aan het roer, recht door zee! Trappen wij hier in? Ik mag toch hopen van niet. Want één ding kan ik jullie hier vandaan wel zeggen: wij hebben het in Nederland hartstikke goed! Als Rita minister-president wordt, emigreer ik in ieder geval.

Tot de volgende bijdrage, en bedankt voor het lezen! Güle güle!

dinsdag 1 april 2008

Theevergiftiging

Ik zit momenteel op de ILS (International Language School dus) op mijn kantoortje. Jawel, jullie lezen het goed: Wim heeft de beschikking over zijn eigen kantoor. En ik zal jullie zeggen dat ik dat behoorlijk stoer vind. Als ik iemand wil spreken, vraag ik dus of hij/zij naar mijn office wil komen. En er wordt de hele dag door thee en koffie gebracht. En als ik iets wil, dan hoef ik maar even met m'n vingers te knippen en het wordt voor me gehaald. Kortom, ik heb hier niets te klagen!

Waar ik hier in Gaziantep mee word doodgegooid is thee. Thee hier, thee daar. "Wim, çay?", vraagt de typmiep - excuses voor mijn denigrerende woordkeuze - met een lege blik om de haverklap als ze weer eens m'n hok komt binnenvallen. Thee dus. Als ik één ding een keertje zat wordt, zal het ongetwijfeld de thee zijn. De dame in kwestie spreekt vier woorden Engels maar heeft me al wel een keer of 12 te kennen gegeven dat ik hele mooie "ayz"* heb. Dan ben ik wel weer zo verlegen dat ik begin te blozen... de eerste en tweede keer dan. Maar goed, nu weet ik het onderhand wel. Op moment van schrijven staart ze me de hele tijd aan. Leegte, het alomvattende niets. Maar toegegeven, ze is wel lief.

Na het geouwehoer over thee biecht ik meteen maar even op dat ik inmiddels ook m'n eerste biertjes heb gehad. Als je een tijdje (nou ja, bijna twee weken) geen goudgele rakker hebt gedronken, smaken ze natuurlijk des te beter. Ik heb het, bescheiden als ik ben, bij drie halve liters gehouden, maar ik heb er van genoten! Efes is hier het bier, en dat is zoals ik tweeëneenhalf jaar terug in Alanya al ondervond prima pils.

Had ik het in mijn vorige bijdrage nog over de lelijkheid van deze stad, na een dagje rondslenteren in het centrum van Gaziantep moet ik mijn oordeel deels bijstellen. Er zijn veel wijken die je gerust kunt bestempelen als niet al te fraai, vooral als je de hoofdstraat verlaat en je in de ongeplaveide steegjes begeeft. Het centrum is echter best het aanzien waard. Niet dat je op het ene na het andere prachtige bouwwerk stuit, maar het is een levendige binnenstad waar van alles te zien is. Er is hier genoeg leven in de brouwerij, en ik kijk nog steeds mijn ogen uit.

In de categorie dingen die niet wennen de Turkse toiletten. Gehurkt schijten, doe me een lol zeg. Het is nog een hele kunst om dit tot een goede uitvoering te brengen, het vereist concentratie om zonder brokken te maken je kunstje te doen. Ik ben blij dat er in het appartement een normale WC is, maar uitgerekend als ik op kantoor zit moet ik altijd een bruine trui breien.

Dan heb ik op m'n kamer in het appartement nog altijd niet de beschikking over internet. In Spanje is het mañana, mañana, maar hier heerst wat dat betreft dezelfde mentaliteit. Daar kun je je echter beter niet druk over maken, dat heeft nauwelijks enig effect. Jullie zullen onderhand wel benieuwd zijn hoe het er hier uitziet. Ik zal proberen in de loop van deze week een vracht foto's online te zetten. Hou gewoon m'n weblog in de gaten, dan zie je vanzelf wel wat verschijnen!

*ayz = eyes (ogen voor de niet-Engelssprekenden onder ons) in de beleving van een Turkse die een goedwillende poging doet tot Engels spreken. Uitgesproken op z'n Turks dus.

maandag 24 maart 2008

De eerste indrukken

Goedemorgen allemaal! Ik ben inmiddels een paar dagen in Gaziantep en ik moet zeggen dat ik een hoop nieuwe indrukken opdoe. Allereerst het verkeer, dat is één grote chaos. Het straatbeeld heeft vaak nog het meest weg van een autocross, en dan in dit geval wel de oud-Hollandsche massastart. Niet normaal, stoplichten worden bij voorkeur genegeerd, er wordt met een noodgang over de straten en wegen gejakkerd, de claxon is waarschijnlijk het meest gebruikte auto-onderdeel , het wagenpark bestaat grotendeels uit afragde krotten en iedereen wil zo snel mogelijk van A naar B. Als dit een natuurgetrouwe weerspiegeling is van de Turkse maatschappij dan komt dit land nooit bij de Europese Unie, zou je denken.

Dan de stad zelf: Het gedeelte van Gaziantep dat ik tot nu toe heb gezien – en dat is nog maar een fractie – is hartstikke foeilelijk. Maar dan wel zo lelijk dat het wel weer wat heeft. Het begint bijna weer… nou ja, mooi is niet het juiste woord, maar het leeft in elk geval wel! Echt waar, je kijkt hier je ogen uit. Maar het moge duidelijk zijn, het gedeelte van Turkije waar ik zit heeft niet zoveel weg van Europa. Je zou het de poort naar het Midden-Oosten kunnen noemen, zo voelt het tenminste wel.

Ik heb vandaag gekookt, dat is nog lastig zat hier. Ik had niet bepaald de indruk dat ze het lekker vonden. Eén huisgenoot heeft er zelfs bijna helemaal niets van gegeten. No hard feelings verder, maar ik ga voorlopig niet meer achter het fornuis staan. Bij de lokale buurtsupers hier kan ik nauwelijks ingrediënten vinden waarmee ik een maaltijd kan produceren. Wellicht dat dit bij een grote supermarkt in het centrum wel gaat lukken, maar voor die tijd gaat Wim van Wegen dus niet meer koken.

Wat heb ik dan gekookt, hoor ik iedereen denken. Laat ik het erop houden dat ik rijst met kipkerrie wilde maken, maar dat er in de buurtsupers hier al geen kerrie te vinden was. De kip was geen probleem, de rijst ook niet, maar daar bleef het ook bij. En als je niet bekend bent met de plaatselijke groenten en andere voedingsmiddelen, dan wordt het een lastig verhaal.

Het huishouden bestaat hier momenteel uit Ahmet, de eigenaar van de internationale talenschool waar ik hier stage loop en uit een neefje van hem, Hamza. Die woont hier tijdelijk vanwege zijn studie. Ahmet is wel een geschikte kerel en spreekt vloeiend Engels, dat is wel prettig. Maar hij heeft ook acht jaar in Nederland gewoond, vandaar dat hij eveneens prima Nederlands spreekt. Met hem is het dus makkelijk communiceren. Het afgelopen weekend was het broertje van Hamza, Vedat genaamd, hier ook aan het logeren. De vriendin van Ahmet heet Çağla, maar zij woont hier naar het zich laat aanzien niet in huis. Ze is weliswaar ook werkzaam op de ILS, maar gelukkig niet als docente. Ze spreekt maar heel mondjesmaat Engels. De twee neven, ik weet nog niet hoe oud ze zijn, maar ik schat dat Hamza rond de twintig is en z’n broertje misschien achttien ofzo, spreken allebei nagenoeg geen Engels. Dat is dus lastig communiceren en bij lang samenzijn – zoals tijdens het eten of in de woonkamer – best irritant. Dat ga je geen uren volhouden natuurlijk.

Gelukkig heb ik een eigen kamer in het appartement. Redelijk ruim bemeten, een verademing vergeleken bij mijn onderkomen in Tsjechië vorig jaar. Toen moest ik – check m’n weblog van die tijd nog maar eens: wimovic.blogspot.com – een klein kamertje van 4 bij 2 delen met een kamergenoot. Dus wat dat betreft kom ik er nu uitstekend vanaf. Wel jammer is dat ik nog geen internetaansluiting op mijn kamer heb, daar wordt naar het schijnt aan gewerkt. Verder is er nog geen stoel op mijn kamer en mis ik ook een bureau. Er staat eigenlijk alleen een bed en een klerenkast. Kortom, een beetje kaal dus. Maar ook hier komt binnenkort hopelijk verandering in. Verder heb ik mijn lieftallige broers gevraagd of ze mijn pak kunnen opsturen – DHL of UPS ofzo – want dat heb ik hier toch echt nodig. En om nou hier weer een nieuw pak te gaan aanschaffen vind ik ook niet helemaal nodig, ik blijf immers een arme student.

Dan nog even terug naar vrijdag. De vlucht vanaf Schiphol naar Istanbul ging op zich voorspoedig, de pret werd echter enigszins gedrukt door een hevig opkomende koorts. De naweeën van één van de vaccinaties van een dag eerder – die tegen buiktyfus – zoals de dienstdoende spuitenzetster mij deze reeds deed aankondigen. En het viel allemaal niet helemaal mee. De binnenlandse vlucht van Istanbul naar Gaziantep (zo’n 1200 kilometer in anderhalf uur, lang niet gek) ging ook prima. Ik was wel aan een tukkie toe na al dat gesleep met bagage, dat gewacht in lange rijen – even een visum halen op het vliegveld van Istanbul, maar er waren meerdere gegadigden – en na lekker gegeten te hebben viel ik inderdaad als een blok in slaap. Om vervolgens om 4:30 uur – of was het 5:30 uur, ik elk geval: het was vroeg – ruw in mijn slaap verstoord te worden door het afgrijselijke gejammer vanuit de moskee hier om de hoek. Een oproep tot gebed die door mij in ieder geval niet werd verhoord.

Goed, ik ga me weer op mijn werkzaamheden storten hier op mijn kantoortje. Echt druk heb ik het tot nu toe trouwens niet, maar het zijn ook nog maar m’n eerste paar dagen. In het contract staat dat ik minimaal vier dagen moet werken, maar de International Language School (ILS) is zeven dagen per week open. We zullen wel zien hoe het gaat lopen. De mensen hier op de ILS zijn in ieder geval ontzettend aardig, dus daar zal het niet aan liggen! Ik groet jullie vanuit een zonovergoten - het is hier een graadje of 26 - Gaziantep.