dinsdag 27 mei 2008

Met pa en ma Turkije door

Afgelopen woensdag kwamen m'n ouders naar Gaziantep. De dag ervoor waren ze al naar Turkije gevlogen, in Alanya - dat zomers vooral het decor is van best wel bezopen jongeren die op zuipvakantie zijn, ben er zelf inderdaad ook geweest, haha! - hadden ze een hotel gehuurd waar ze maar twee nachten zouden slapen. Woensdagochtend stond er een huurauto voor ze klaar, hiermee zijn ze naar Gaziantep toegereden. In het centrum wisten ze de weg niet meer en zijn ze maar naar een politiebureau gereden. Hier hebben Ahmet (mijn baas) en ik ze opgepikt. Doordat er een beurs over investeren in Irak (geen grapje) in de stad plaatsvond was er geen hotelkamer meer te vinden. M'n baas bood uitkomst: Nico en Hennie konden bij hem (ook bij mij dus) de nacht doorbrengen. Erg vriendelijk uiteraard, en een prima oplossing.

De volgende dag was het lomp heet. 's Ochtends heb ik m'n ouders wat van het centrum van Gaziantep laten zien en gaf m'n baas een rondleiding door het nieuwe onderkomen van de talenschool. Hier zal ik de komende maanden dus werkzaam zijn. Nu hadden ze gelijk de eer om kennis te maken met Özgül, de tapgeit (met alle respect natuurlijk) die met een priemende blik haar aanstaande schoonouders (naar zij dacht) inspecteerde. Moeders had onmiddelijk in de gaten dat dit de theerondbrengende - wederom met alle respect... - tiktroela moest zijn. 's Middags lieten we Gaziantep achter ons en stuurde paps de Renault Clio (model sedan) door het dorre landschap met vooral veel boomgaarden. Pistachenootjes, jawel! Gaziantep is de pistachehoofdstad van de wereld. De wijde omgeving is een en al pistachenotenboomgaard, en dat is weer een woord dat niet misstaat op het scrabblebord.

In de namiddag vonden we een mooi dorpje aan een grote rivier. Dit dorpje, Halfeti genaamd, trekt zomers de nodige toeristen. Wij de auto geparkeerd en rondvragen of er ook een hotel of een pension in het dorp was. Twee jongens wisten wel uitkomst, we hoefden ze alleen maar te volgen. We klommen een stukje naar een hoger liggend gedeelte van het dorp. Hier stelde één van de jongens een verdieping van zijn huis beschikbaar. De gevraagde som voor één nacht was een voor ons Nederlanders schappelijke prijs, maar aan het gezicht van de kersverse pensionhouder te zien voor een doorsnee Turk een heel lekker zakcentje. Prima, m'n ouders en ik vonden het een mooi avontuur. Toen we terugliepen naar de rivier liet de jongen z'n mededorpelingen met een stralend gezicht weten wat voor goede zaken hij had gedaan in de recreatiebranche.

Aangezien het nog altijd erg warm was gingen wij met de andere jongen - nu ook glimmend van trots - een boottocht maken over de rivier. Bij terugkomst was het door ons besproken gedeelte van het huis omgeturnd in iets wat voor een pension moest doorgaan. Nog een fles wijn op de kop getikt bij een plaatselijk restaurant - ik mocht de volgende dag betalen en kreeg ook nog glazen mee! - en zo hadden wij een mooie avond op ons privéterras. Geslapen als een roos en we konden de volgende ochtend dan ook weer fris en vrolijk op pad.

Het was inmiddels vrijdag en de tocht voerde ons aanvankelijk lange tijd door een armoedige plattelandsstreek. Het was er kurkdroog, de dorpjes maakten een vervallen en troosteloze indruk. Op het land waren vooral de vrouwen aan het werk, de mannen zaten of onder een boom maar vaker nog met z'n allen voor of in het theehuis een potje rummikub te spelen of gewoon te nietsen. Een schrijnende situatie, de vrouwen hadden dan ook meestal een ronduit droevige gezichtsuitdrukking. Her en der kwamen we een mede door de EU gefinancierd irrigatieproject tegen, een poging om dit deel van Turkije weer nieuw leven in te blazen. En dat is hard nodig, want we zijn toestanden tegengekomen die je eerder in een derde wereldland verwacht.

Naarmate de vrijdagmiddag vorderde kwamen we in een bergachtige streek terecht en lieten wij het meest armoedige gedeelte achter ons. Niet dat het nu ineens welvarend werd, maar er was verbetering zichtbaar. 's Avonds kwamen we aan in Andırın, een niet al te grote plaats waar toch verrassend veel winkels en eettentjes waren. Toeristisch was het er daarentegen totaal niet, dus vroegen we ons enigszins vertwijfeld af of er wel een slaapgelegenheid was. Dit bleek echter helemaal niet nodig, want Andırın beschikt over - en nu word ik even een tikkeltje sarcastisch - het geweldig luxueuze hotel Kaya. Ongekend! Deze accommodatie die meer weg heeft van een armzalige herberg dan van een hotel deed je een jaar of vijftig teruggaan in de tijd. De slaapgelegenheid werd gerund door een oude baas, de patroon. Deze grijsaard, die wel wat weg had van Douwe Dabbert, sprak zelf geen Engels, maar gelukkig was er een Engelssprekende dorpeling die hem kenbaar maakte dat wij een onderkomen voor de nacht zochten. In het muf ruikende en bepaald niet schone 'hotel' Kaya was - hoe kon het ook anders - nog wel plaats voor ons. 's Avonds werden we door de plaatselijke dorpsjeugd voor gek verklaard. Hotel Kaya is helemaal "scheiße", aldus één van hen. De bevolking was zeer vriendelijk en bij de plaatselijke mannensociëteit - hier in het straatbeeld amper een vrouw te bekennen - werd ons nog Turkse koffie aangeboden.

Na een enigszins moeizame nacht in hotel Kaya - bij het verlaten ervan stuitten we nog op de patroon - vervolgden wij zaterdagochtend vroeg (een uur of 8) onze tocht. De eerste zestig kilometer waren zonder overdrijven echt prachtig. Een schitterende weg voerde ons door de bergen van Andırın naar Göksun. Onderweg nog baklava - met ijs! - gegeten, dit moesten m'n ouders toch geproefd hebben tijdens hun weekje Turkije. 's Middags zagen we vanuit de verte de Erciyes al liggen, een bijna vier kilometer hoge met sneeuw bedekte berg. Vanaf 50 kilometer konden we de berg al boven de horizon zien uitsteken, een prachtig gezicht, check de foto's maar! Bij de berg nog een grondeekhoorn gezien, het grappige beestje bleef wel een halve minuut rechtop staan voordat het z'n holletje inkroop. In de namiddag arriveerden we in Cappadocië, een bijzonder gebied met talloze ondergrondse woningen - hele dorpen zelfs! - en een heel typisch landschap. Bij toeval - we kwamen een Nederlandse dame tegen die er al vijf jaar woonde - vonden we in de mooie plaats Avanos een erg leuk pension. De zeer sympathieke eigenaar was al een paar jaar eigenhandig bezig met het uitgraven en het in oude staat brengen van een eeuwenoud ondergronds dorp. Hij gaf ons een rondleiding door het gangenstelsel waarvan we erg onder de indruk waren. Hier heerlijk geslapen en de volgende ochtend uitgebreid op het terras ontbeten.

Dag vier van onze tour inmiddels. De morgen en het eerste deel van de middag brachten we voornamelijk in Cappadocië door. Moeders was op souvenirjacht - pa had reeds eerder een echte Turkse pet gekocht - en niet zonder succes. Een tapijt en een kleurrijke sjaal waren haar buit. Halverwege de middag lieten we het bijzondere landschap van Cappadocië achter ons en reden we urenlang over de saaie hoogvlakte van centraal-Turkije. Niet erg de moeite waard; er woont geen sterveling en het is er vooral vlak en kaal. Aan het begin van de avond verlieten we de grote weg bij Ereğli. Het doel was het plaatsje Halkapınar, zo'n 15 km verderop gelegen aan de voet van een woest bergketen met toppen tot aan 3500 meter. Hier werd het landschap plotseling weer erg fraai, de bergen rezen stijl voor ons op. Het was echter noodweer, en dan regent het hier niet zo als een zomerse bui tijdens het onweer in Nederland. Nee, het ging flink tekeer en de straten en wegen stonden helemaal blank. In het dorp bleek er bij navraag in de buurtsuper geen pension of wat dan ook - we zijn snel tevreden! - te vinden, en het weer liet ons niet toe het hele dorp rond te lopen. De ervaring leert namelijk dat er altijd wel een Turk te vinden is die zijn huis een nachtje wil afstaan aan een paar gasten.

Geen onderkomen in het dorp dat zo prachtig is gelegen, dus zat er niets anders op dan terug te gaan naar de stad Ereğli. Het regende nog altijd pijpenstelen, dus wilden we snel een hotel vinden. De auto maar ergens aan de boulevard in het centrum geparkeerd en bij de eerste de beste winkel gevraagd naar een hotel of pension. Nog geen honderd meter verderop bleek een prima hotel te zijn, hotel Fuat Bey. Hier waren nog kamers vrij en zo luxe hadden we het nog niet gehad, 90 Turkse lira voor een driepersoonskamer mét ontbijt. Dat komt omgerekend neer op € 15,- per persoon. Een prima hotel, met een keurig nette kamer. Hilarisch was het moment dat de piccolo - door mij omgedoopt tot Abeltje - in z'n oranje pakje de koffers voor ons wilde sjouwen. M'n vader wilde de grote koffer van auto naar hotel brengen, maar dat stond Abeltje niet toe. Hij trok en sjorde met alle geweld aan de koffer. Vader Nico stribbelde nog tegen, maar Abeltje trok aan het langste eind. Zoveel nederigheid waren wij zelfs in Turkije nog niet gewend en brullend van het lachen stuiterden we over de straat richting hotel.

's Avonds kebap gegeten in een restaurant aan de overkant van de straat en toen kwam de climax van deze korte maar uiterst vermakelijke vakantie. Ik meende dat we nog ergens een alcoholische versnapering moesten halen. Er waren wel wat cafeetjes, maar deze vielen niet bij ons in de smaak. Plotseling hoorde moeders weer die mooie Turkse muziek ergens vandaan komen, die had ze eerder op de dag ook al gehoord. Dus wij onze oren achterna en spoedig hadden wij de bron van het geluid achterhaald. Een trap voerde ons naar boven en hier werden wij net iets te hartelijk ontvangen door één van de uitbaters. Paps had zelfs de eer om door een wel erg over the top vriendelijke dame te worden verwelkomd. Al gauw bleek dat we in een hoerentent terecht waren gekomen. Maar nog helemaal in de goede stemming van al die Turkse gastvrijheid van de afgelopen dagen gingen we lekker naïef aan een tafeltje zitten. De ietwat ranzig ogende ober deed glibberig amicaal en vooral m'n vader was de 'gelukkige'. Er werd een goede witte wijn aangerukt, voor mij werd een goudgele rakker geserveerd en al spoedig stond er een uitgebreide uitstalling aan hapjes voor onze neus. "Dit is niet gratis," probeerde ik m'n moeder al duidelijk te maken. Die verkeerde echter in een uitbundige stemming doordat de jonge zanger haar maar kushandjes bleef toewerpen.

De stemming van m'n vader daalde echter tot het nulpunt toen er tot twee keer toe servetjes - sfeervol bedoeld - over ons werden uitgestrooid. Paps had z'n wijn inmiddels op en had geen zin in een nieuw glas. De bolle zangeres - een mormel met een gezicht als een Perzische kat - was niet weg te slaan van onze tafel en wilde haar zangkwaliteiten graag beloond zien met briefgeld, m'n ouders werden haast de dansvloer opgesleurd en de opdringerige ober dreef m'n vader tot het uiterste. We besloten dat het genoeg was, de hoertjes aan de tafel tegenover ons keken verveeld in het rond en eenmaal bij de bar gekomen bleek dat de rekening het lieve sommetje van 90 Turkse lira bedroeg. Dit schoot vooral Nico van Wegen geheel in het verkeerde keelgat. De normaal zo vriendelijke en rustige vader werd woest en dreigde in het Nederlands met de politie. De gluiperig ogende ober hield voet bij stuk. We moesten omgerekend zo'n 50 euro ophoesten en gauw! Mijn vermoeden dat dit weleens een vrij duur half uurtje kon zijn - of minder nog - kwam helemaal uit. Helaas voor hem had de engerd zich versproken over de prijs van de fles wijn en ik rook m'n kans. Ik legde hem uit dat we slechts toeristen waren die wilden genieten van een glaasje wijn of bier en niets meer dan dat. Hij bleef maar irritant met het bonnetje zwaaien. Ik pakte een biljet van 50 lira (iets van 25 euro) uit mijn portemonnee, drukte dat in de handen van de enige tanden missende gladjakker en gaf hem te kennen dat hij niet op meer hoefde te rekenen. Onder protest ging hij akkoord, schudde ons nog lafjes de hand en wij maakten dat we wegkwamen. Eenmaal buiten kwamen moeders en ik niet meer bij van het lachen. Ook vaders zag de humor er gelukkig snel van in en zo eindigde een erg amusante en gezellige tocht door een deel van Turkije.

De volgende ochtend - het was intussen maandag 26 mei - scheidden onze wegen. Ik nam de trein naar Adana, die overigens met een slakkengang richting deze zuidelijk gelegen stad hobbelde - om daar per luxe touringcar (niet sarcastisch deze keer, echt de modernste bus waar ik ooit in heb gezeten) voor 18 Turkse lira (ongeveer 9 euro) naar Gaziantep vervoerd te worden. M'n ouders kwamen 's avonds weer aan in Alanya, om de volgende dag vanuit Antalya weer naar Nederland te vliegen. Ik heb inmiddels de foto's online gezet, ga voor dit behoorlijk uitgebreide album hierheen met je muis. Het kan zijn dat sommige foto's niet erg scherp zijn, ik had in eerste instantie mijn digitale camera niet op de juiste stand staan, shit happens.

Overigens werd ik tijdens de trip met m'n ouders tot tweemaal toe gesms't door mijn aanbidster - de receptioniste schuine streep typiste dus - die mij ontzettend miste en de hulp van een docent Engels had ingeschakeld om mij dit te laten weten. Vanmorgen liet ze nogal verontwaardigd weten uiterst teleurgesteld te zijn in het uitblijven van een reactie hierop. Even later deelde ze me echter tot vervelens toe mee "I very I love you" (uitgesproken als: Ai ferrie auw low joe"). 's Middags was mevrouw voor de verandering maar eens verdrietig en jammerde om de haverklap "Joe no goe toe Holland, ai em ferrie set". Ondertussen was ze ook nog een uur compleet uit d'r humeur omdat ik naar haar mening veel te aardig deed tegen drie - inderdaad erg appetijtelijke en bovendien véél intelligentere - studentes. Kortom, beste lezer, je kunt je voorstellen dat ik inmiddels vermoeid ben en dadelijk op één oor ga. Welterusten, oftewel: Iyi geceler!

1 opmerking:

Anoniem zei

Hij is weer fijn, haha!