zaterdag 11 juli 2020

Bier

Toch wel een experimenteel dagje vandaag, want ik ga bier drinken in de binnenstad! Het is woensdag, mijn vaste vrije dag. De zon staat hoog aan de hemel en ik ben de stad ingetrokken. Ik heb mijn portie kebap inmiddels achter de kiezen en heb nu zin in, jawel, bier!

woensdag 30 juli 2008

The finishing touch

En toen was het alweer bijna augustus... niet dat het 320 jaar geleden is ofzo, maar ik herinner me nog zo het moment dat ik door mijn baas van het vliegveld werd opgehaald. Dat was in maart, en er zijn sindsdien de nodige maanden verstreken. Verturkst ben ik hier zeker niet, want ik kan nu toch wel de conclusie trekken dat het leven in dit gedeelte van Turkije (Gaziantep dus) mij niet bepaald aantrekt. Dit zal niet snel mijn vaste woonplaats worden. Er zijn hier teveel tradities en vaste patronen waar ik me niet plezierig bij voel. Toch heb ik hier de afgelopen maanden mijn ogen uitgekeken en was het een bijzondere tijd. Ik kijk ernaar uit om weer terug te keren naar Nederland en lekker gezellig een biertje te drinken met vrienden en bekenden, maar de periode hier zal me altijd bijblijven.

Als je voor een langere periode naar het buitenland gaat, dan vergt dat enige aanpassing. In dit geval ging ik niet zomaar naar een standaardlocatie, maar naar Gaziantep. Bij Turkije denken de meeste mensen toch aan zon, zee en strand. Als je niet verder komt dan het zwembad van je viersterrenhotel dan krijg je uiteraard geen enkele indruk van het echte Turkije. Moet ik gelijk even verduidelijken dat het 'echte Turkije' wel een vaag begrip is.

Kort door de bocht komt het erop neer dat hét Turkije eigenlijk helemaal niet bestaat. In het oosten is het leven anders dan in het westen van het land, zo heb ik me laten vertellen. En dit ga ik de komende paar dagen ervaren door een paar vrienden met wie ik vorig jaar in Pardubice heb gestudeerd op te zoeken in Eskişehir. Hier kijk ik erg naar uit! Wat een fantastische tijd was dat trouwens, check m'n weblog van toen maar eens! Dat semester was totaal onvergelijkbaar met mijn stageperiode in Turkije. Enorm veel plezier gehad toen, daar zat iedereen op één golflengte en dat kun je van mij en de meeste mensen hier niet bepaald zeggen. Ik kan me in elk geval niet vinden in de manier hoe veel inwoners van Gaziantep in het leven staan.

Sommige aspecten van de maatschappij alhier zijn best wel een beetje achterlijk. Meisjes die op hun 16e trouwen, dames van 25 jaar oud die al 6 kinderen hebben, mannen met meerdere vrouwen. Mannen die zich massaal hebben verschanst in en voor het koffiehuis terwijl vrouwlief met veel bloed, zweet en tranen het kroost in het gareel tracht te houden, het huis schoonmaakt en voor het eten zorgt. Verder werkt de invloed van de islam met allerlei hieruit voortvloeiende regeltjes en geboden toch enigszins verstikkend op mij.

Maar ook het conservatieve Gaziantep heeft twee gezichten. Er zijn hier veel vriendelijke mensen en je wordt vaak erg hartelijk ontvangen. De mensen zijn hier over het algemeen zeer gastvrij, daar kan menig Nederlander nog een puntje aan zuigen. Bovendien zijn er ook mensen die een stuk moderner in het leven staan en die net als mij niets moeten hebben van alle vastgeroeste vanzelfsprekendheden van het traditionele leven. Ook in Gaziantep is een duidelijke verandering gaande, al gaat het met horten en stoten. Ik verwacht dat het leven in Gaziantep er over een jaar of wat anders uitziet dan dat van nu. En dan bedoel ik niet de winkelstraten in het centrum, maar meer de straten waar Ali en Fatma hun gezin runnen.

Van geboden en beperkingen die toch grotendeels worden opgedrongen door de islam of de daar aan samenhangende tradities word ik een beetje zenuwachtig. Ik heb echt zin om weer een keertje strontbezopen te worden. Dat klinkt misschien een beetje simpel, zeker, maar vijf maanden thee slobberen is ook niet zoals het leven bedoeld is. Echt, dingen verbieden en opdringen is niet goed. Laat ik wel zijn: Alcohol drinken mag hier gewoon en er zijn zat winkeltjes waar je louter bier en sterke drank kunt kopen, maar zoals in één van mijn eerdere bijdrages omschreven is het gewoon geen optie voor de mensen hier om lekker buiten een pilsje of een glas aslan sütü (betekent 'leeuwenmelk') te nuttigen. Stiekem kan het natuurlijk wel, binnen vier muren of ergens in het bos. Bij zo'n bekrompen en behoudende inslag vaart de hypocrisie wel.

Mijn laatste alinea van deze weblog gebruik ik voor mijn eindoordeel over mijn verblijf in Gaziantep. Leerzaam is het zeker geweest, ik ben toch een hele ervaring rijker. Heb hier veel opgestoken en één ding is mij geheel duidelijk: Zaken doen in dit gedeelte van Turkije vereist enorm veel geduld en is vaak nogal complex. Je weet nooit wat je aan iemand hebt, het is lastig om te beoordelen wat je aan je zakelijke partners hebt. Het moge duidelijk zijn dat ik me hier soms wel een beetje lonely heb gevoeld, ik ben toch een gezelligheidsdier en dan is dit niet per se de juiste plek. Hoe dan ook, ik ga bijna terug naar Nederland en zal daar eerst even de nodige gezelligheid gaan beleven! En oh ja, ik heb een prachtig souvenir gekocht vandaag. Een mooie én gezellige herinnering aan Gaziantep, eind goed, al goed!

maandag 14 juli 2008

Gepeperd

Het is hoogzomer in Gaziantep en dan kun je hier beter niet zijn. Temperaturen die al weken tegen de 40 graden aanhikken en er op sommige dagen bovenuit schieten. Dan kun je maar beter niet temidden van het asfalt en het beton van een stad als Gaziantep zitten. Zelf zit ik er nog steeds, maar het aftellen is inmiddels begonnen. In augustus zal ik weer naar Nederland komen, iets waar ik onderhand toch flink naar uitkijk! Lekker een biertje happen en plezier maken met m'n vrienden, dat is iets wat ik teveel gemist heb hier in de bakoven van Turkije.

Hoogzomer, loeiheet, de baas vindt het vaak niet nodig de airco aan te zetten, en dan is er de gezamenlijke lunch. Altijd warm eten, maar ze houden er hier van om de smaak van al het lekkere voedsel met een lading peper nog een extra oppepper te geven. Doodzonde, want het brandt je de bek uit. Of beter gezegd: Het brandt mij de bek uit. Ik ben er 100% zeker van dat de smaakpapillen van de gemiddelde Turk minder ontwikkeld zijn dan die van een Nederlander. Er wordt zo royaal met de peper omgesprongen dat ik tijdens menig maaltijd word getroffen door een zweetaanval. En nu hou ik best van een (klein) beetje gepeperd eten, maar kennelijk is de tong van een Turk van schoenzool!

Behalve die drang tot overpikant eten mikken de Turken ook vaak vier of vijf klontjes suiker in hun theeglas. Hierbij moet ik niet vergeten aan te tekenen dat het Turkse theeglas tamelijk miniscuul is. Kinderen presteren het vaak om zonder blikken of blozen een klontje of zes (soms zelfs meer) in hun glaasje te keilen. Duidelijk dus dat de smaak van de Turken minder fijnbesnaard is dan die van een Hollander als ik. Wat overigens niet wil zeggen dat het eten hier niet binnen te houden is; de Turkse keuken kent veel ontzettend lekkere hapjes en gerechten. Dan is het dus al loeiheet en maakt je deobus overuren en word je nog steeds overstelpt met de vraag of je thee wilt hebben - ik slaag erin de thee steeds vaker van me af te houden, toch een prestatie van formaat hier - en promoveren ze iedere lunch tot een culinaire kernproef. Je zou haast weer zin krijgen in boerenkool met worst en een miezerige Nederlandse zomerdag.

Gelukkig is er nog de waterpijp! En dat is me een feest, prachtig! Oké, de gemiddelde inwoner van Gaziantep waagt zich in de buitenlucht en in het zichtsveld van de neef van de achterbuurman van de zus van zijn kapper niet aan een glaasje alcohol; de waterpijp is daarentegen geen probleem. Een waardig vervanger, al zou een combinatie van beide uiteraard het mooiste zijn. Een authentieke waterpijp is prachtig. Met een groepje aan een tafel, bij voorkeur live muziek erbij en je kunt zo een paar uurtjes de avond doorbrengen. Hier in Gaziantep is een prachtig openluchtcafé in een parkachtige omgeving. Geen bier dus, maar de waterpijp gloreert hier. Ze zijn niet zo groot als de exemplaren die ik in Damascus heb gezien, maar mooi zijn ze wel. Echte klassieke waterpijpen, ik zal er - als het mogelijk is - één meenemen als souvenir. En dan wel een echte, en niet zo'n plastic nepding die je in plaatsen als Alanya worden aangeboden... "Special price, you're my friend", dat werk.

Het overgrote deel van mijn stage zit er dus al op, ik heb hier al veel meegemaakt en zal zeker nog terugblikken op mijn verblijf in dit exotische gedeelte van Turkije. Alles went, zeggen ze wel eens, maar iedere dag die zinderende hitte kan mij nog steeds niet bekoren. Om er nog even verder over te klagen: Ik kan 's nachts altijd moeilijk in slaap komen, die warmte blijft vaak lang hangen en al helemaal op mijn kamer. Maar ach, nog even doorbijten en ik kan weer van de Nederlandse prutszomer genieten!

dinsdag 1 juli 2008

Schoolvakantie

Het is zomer, op de kalender kan de maand juni alweer worden omgeslagen en dan is het ook in Turkije juli. De schoolvakanties in sommige delen van Nederland en Duitsland zijn begonnen, en dat is te merken ook! Ho eens even Van Wegen, je zat toch in Gaziantep, heel ver weg van biertjes op zaterdagmiddag in de voetbalkantine en van rookverbod in café en restaurant? Jazeker, en daar zit ik de komende maand nog, maar ik heb de laatste dagen opvallend veel Duitse en Nederlandse nummerborden gesignaleerd in het straatbeeld alhier. En dat op bijna 4000 km (rij)afstand van Nederland.

Nederlandse en Duitse kentekens dus, en dan hebben we het natuurlijk niet over de familie De Vries en de familie Müller die hier het toerisme een handje helpen. Het gaat om families die luisteren naar namen als Yilmaz en Demirel en die op bezoek gaan bij familie. Familie dus, heel belangrijk hier in (dit gedeelte van) Turkije. Is een kwestie van cultuur, maar ik kan er maar moeilijk aan wennen. Persoonlijk moet ik er niet aan denken om een paar keer per week (of vaker nog, elke dag!) mijn neven, nichten, achternichten, oudtantes en de hele rataplan tegen te komen. Dat is hier dus heel anders. Geregeld is er bezoek, of er komt weer iemand bij de ILS (mijn stageplaats) aangewipt die bijna even oud is als de neef van de baas (een collega van mij) maar die dan zijn zus d'r zoon blijkt zijn, ofzoiets, ik ben het spoor onderhand redelijk bijster geraakt.

Goed, mijn laatste maand hier dus. Jullie willen natuurlijk weten of ik jullie mis hè, haha. En ik zal jullie een al dan niet bevredigend antwoord geven: Ja, ik mis jullie! Ik heb het hier wel een beetje gezien. Ben hier nu ruim 3 maanden en mijn sociale leven heeft toch een fikse devaluatie achter de rug. Hoogtepunt bestaat hier uit een zondagmiddag op het platteland bij de ouders van 'n student (heel mooi daar overigens, en ik kom er helemaal tot rust...) of ergens een ijsje eten in de stad. Allemaal hartstikke goed bedoeld, maar een gezelligheidsdier als ik gaat zoiets niet veel langer trekken dan een aantal maanden. Ik hoop bij terugkomst in de polder toch op een flinke upgrade wat betreft gezellig doen en lekker ongedwongen ergens een biertje weghappen. Een terrasje pakken zonder dat je er alleen zit... In Gaziantep zit men normaal gesproken niet met een biertje in de buitenlucht, zoals ik in één van mijn eerdere bijdragen al heb gememoreerd.

En als je op het terras zit, mag je nog iets te roken opsteken ook! Niet dat ik rook, jullie kennen me, maar in de Nederlandse kroeg kun je voortaan niet meer uit de voeten met je pakje sigaretten. Het is voor de verstokte roker dus hopen op een mooie lange zomer die nog een verlenging krijgt in september en oktober of langer nog middels een Indian Summer. Je ziet, ik ben aardig op de hoogte. Geen kunst meer in dit tijdperk van internet. Kun je nagaan dat het nog maar 10 jaar geleden is dat internet helemaal niet zo algemeen was, en nog maar ietsje langer dat vrijwel niemand een internetaansluiting had. Een wereld zonder internet, nauwelijks meer voor te stellen.

Terug naar de rookvrije horeca... Het rookverbod in Nederland dus, ben benieuwd of dat een verandering van sfeer brengt in de uitgaansgelegenheden. Ik heb de overgang niet meegemaakt, wel raar als ik straks terug ben en er wordt nergens meer in de kroeg gerookt. Van mij had het niet per se gehoeven, ik vind het ook wel gemoedelijk om af en toe een sigaartje op te steken. Gewoon gezellig, met een paar vrienden. Ik realiseer het me nog niet helemaal, maar ook dat gaat helaas niet meer. Hier in Turkije schijnt het rookverbod volgend jaar ook te worden ingevoerd, al moet eerst de huidige regering maar eens afwachten of die er tegen die tijd überhaupt nog zit.

Trouwens, sigaretten zijn hier erg voordelig, dus mocht ik nog iemand blij kunnen maken met een paar pakjes peuken dan verneem ik dat uiteraard graag. Voor de rest heb ik hier sinds terugkomst uit Syrië niet al te vele bijzondere dingen meegemaakt. Heb wel een aanvaring gehad met m'n baas. Waar gaan alle ruzies over? Precies, over doekoe. Ik was er namelijk achter gekomen dat het vooraf afgesproken maandelijkse bedrag dat ik hier betaal om te wonen (400 Turkse lira, oftewel zo'n 200 euro) precies overeenkomt met het bedrag dat m'n baas en z'n vriendin over dezelfde periode aan huur betalen. Kortom, je zou kunnen stellen dat ik in m'n eentje de huur ophoest. En ik meen mij ook heel helder te herinneren dat ik toch echt alleen de aansluitingskosten voor internet volledig voor m'n rekening zou nemen en dat ik dan vervolgens de ene helft en m'n baas de andere helft van de internetkosten zou betalen. Niet dus... bovendien verdien ik hier al geen euro, dus ik kom zeker niet rijk terug uit het Turkse. Hoe dan ook, het is vooralsnog een hele nuttige ervaring geweest, en die laatste paar weken zit ik hier ook nog wel uit, don't worry!

zondag 22 juni 2008

Damascus, even er tussenuit!

"Gaziantep, waar ligt dat dan?" Veel mensen hebben uiteraard geen flauw idee, al zal het voor menig bezoeker van mijn weblog inmiddels hopelijk wel duidelijk zijn waar ik me ergens ophoud. Oké, nog één keertje dan: Gaziantep ligt in het zuidoosten van Turkije, zo'n 50 km boven de Syrische grens. Inderdaad, vlakbij het Midden-Oosten. En als je daar zo dicht in de buurt bent, dan moet je er toch een keertje heen. Zo'n kans krijg je niet bijster vaak. Nu leek me Irak toch een beetje overdreven, maar Syrië is prima te doen.

Syrië dus, volgens de regering George W. Bush en Israël een land dat zich louter inmengt met terrorisme en met een regime waar weinig van deugt. En daar ging ik dus zomaar even een paar dagen naartoe. Dinsdag door één of ander Turks taxibedrijf dat ook visums regelt voor Syrië (daar zijn er hier bulten van) de grens over gezet. Niet via de dichtstbijzijnde grensovergang bij Kilis, maar via een omweg door de provincie Hatay (Antakya). Dit duurde me allemaal erg lang, pas om een uur of vijf had ik een visum voor Syrië - zonder enig probleem overigens - en reden we in de gammele Toyota naar Aleppo. In Aleppo veel vrouwen die compleet gesluierd rondliepen, helemaal in het zwart. Zelfs de ogen bedekt, al is de stof hier wel doorzichtig zodat de vrouwen nog wel iets voor zich kunnen zien. Een stukje emancipatie lijkt me hier wel op z'n plaats.

In Aleppo, een zo op het oog mooie stad met veel bezienswaardigheden, nam ik de bus naar Damascus. Voor een eurootje of 7 in een prachtige moderne bus met airconditioning, geen overbodige luxe in deze regio. Vijf uur en zo'n 350 km later arriveerde ik in Damascus, alwaar ik me per taxi naar het Dar Al-Yasmin liet vervoeren. Ik had via internet hier voor twee nachten geboekt, de derde nacht was er geen plek en zou er een ander onderkomen voor me worden geregeld. Doodmoe van de reis nam ik een douche en ging ik slapen.

De volgende ochtend lekker ontbeten in het uiterst sfeervolle hotel, echt een aanrader! Een beetje jammer alleen dat de airco in mijn kamer het niet goed deed, al viel de temperatuur er nog wel mee. Dat kon niet worden gezegd van de temperatuur in de Damascus zelf. Pff... het was er loeiheet, de temperatuur schurkte zo tegen de 40 graden Celsius aan. Na een paar uur viel ik zowat flauw van de hitte en moest ik tot mijn verdriet constateren dat sightseeing met dergelijke temperaturen niet is weggelegd voor een uit de klei getrokken Nederlander. Vandaar dat ik in de paar dagen dat ik in Damascus heb vertoefd veel te weinig van de stad heb kunnen zien. Een tikje spijtig is dat wel, want Damascus is een ontzettend leuke en enerverende stad, met erg aardige mensen. Ik moet dus nog een keer terug.

Wat erg leuk is aan Damascus is dat het een smeltkroes van allerlei culturen is. Zelf verbleef ik in de christelijke wijk, dus een keertje geen oproepen tot gebed aan mijn hoofd maar kerkklokken! Ik heb in Damascus voetbal gekeken (Duitsland-Portugal, wat een kraker!) tussen de waterpijprokende en bierdrinkende mensen, heb een erg interessante ontmoeting gehad met de heer Jos Hartman, heb Libanees bier (lekker!) gedronken en was op het laatste avondje omgerekend nog niet eens 20 euro kwijt, de nodige biertjes gedronken, enkele wodka's met wat expats (o.a. uit Oostenrijk), plus het avondeten dat bestond uit een kipschotel met uiensoep vooraf. Kom daar in Nederland maar eens om!

Vrijdagochtend vanuit Damascus met een nog goedkopere bus dan tijdens de heenweg - slechts € 3,- en dat voor 350 km! - richting Aleppo. Hier stapte ik rond kwart voor drie de bus uit en zag vervolgens allemaal taxichauffeurs voor me staan die stuk voor stuk wilden weten waar ik heen moest. Toen ik "Gaziantep" zei vielen ze over elkaar heen, rukten ze aan mijn koffer en schreeuwden allemaal dat zij me naar Gaziantep zouden brengen. Even dreigde er zelfs een vechtpartij, en voor ik het wist zat ik in een taxi - bijna alle taxi's in Damascus en Aleppo zijn van het merk Saipa, een Iraanse autobouwer - en werd mij eerst verteld dat ik voor 2000 Syrische pond (zo'n 25 euro) naar Gaziantep kon. Dat leek me wel erg goedkoop, en even later was het bedrag ineens verhoogd naar 5000 pond (ruim 60 euro). Vlak voor de grens echter werd ik de taxi uitgegooid en stond er een andere taxichauffeur reeds op me te wachten. Ik was zo stom geweest om de 5000 pond al te betalen, dus je voelt hem al aankomen: hartstikke opgelicht! Iets waar je sowieso voor moet uitkijken in deze regio, ook in Gaziantep zijn ze er erg bedreven in om je af te zetten. De nieuwe taxichauffeur wilde 40 euro hebben om mij de grens over te zetten en naar Gaziantep te brengen. Hier zaten de kosten voor het nieuwe visum - oude met eveneens een geldigheid van 90 dagen was inmiddels verlopen - bij inbegrepen. Of dit een één-tweetje betrof tussen beide taxirijders is me niet duidelijk, maar het zou zomaar kunnen. Toch was de tweede taxichauffeur een schappelijke man, die een stuk betrouwbaarder overkwam - hij gaf me zelfs nog te eten en te drinken - dan de twee louche Syriërs die me voor de grens hadden gedumpt. Toegegeven, ik was weer even een naïeve polderbewoner die even was vergeten in welk deel van de wereld hij zich ook alweer bevond.

Helaas is mijn fototoestel op mijn eerste dag in Damascus gesneuveld en heb ik zodoende nauwelijks tot de verbeelding sprekende foto's kunnen maken. Nog een extra reden dus om weer terug te gaan naar deze stad. Maar dan wel in de lente of de herfst, of 's winters... dat is toch wat aangenamer toeven. Voor Gaziantep is de weersvoorspelling voor deze week 40 graden (misschien zelfs daarboven), echt een verschrikking. Op mijn kamer was het totnogtoe redelijk vol te houden, maar ik moet nu toch echt een ventilator aanschaffen.

Goed, Damascus dus, een stad die me erg goed is bevallen. Er was genoeg leven in de brouwerij, met name 's avonds. Een wereld van verschil met Gaziantep, waar het uitgaansleven - oké, nu overdrijf ik een beetje, maar toch - het nauwelijks wint van dat van pak 'm beet Lemmer. Verschil is wel dat Gaziantep 1 miljoen zielen telt en dat Lemmer het moet doen met een duizendje of tien. Nog een week of zes en dan kom ik weer gezellig terug naar Nederland.

maandag 9 juni 2008

Dolmuş

Iedereen die wel eens in Turkije is geweest kent ze misschien wel: die kleine busjes die overal door de stad rijden om mensen van A naar B te brengen, de dolmuş. Gaziantep heeft ongeveer een miljoen inwoners en de dolmuş is er een belangrijke schakel in het openbaar vervoer. Echter, ik vind de dolmuş soms behoorlijk çok götü, oftewel: klote. Normaal gesproken ga ik lopend - meestal alleen of de heen- of de terugreis - of ik rij een keer met de baas mee. Maar soms heb je haast - er is voetbal op tv! - en ga je met de dolmuş. De dolmuş dus, dat is vervoer voor een prikkie (zo'n 60 cent) en voor dat geld word je als in een blik sardientjes op vier wielen door de straten van Gaziantep geloodst.

De dolmuş in Gaziantep is hoofdzakelijk blauw met een beetje wit, telt hooguit 20 zitplaatsen en rammelt aan alle kanten. Het is er meestal loeiheet en stampvol. Bij binnenkomst ga ik meestal staan, aangezien er vaak allang geen zitplaats beschikbaar meer is. Vervolgens probeer ik zonder enige bewegingsvrijheid - de dolmuş is werkelijk helemaal volgepakt - mijn rechterhand naar m'n rechterbroekzak te verplaatsen om m'n portemonnee te pakken. Een uiterst moeizaam proces met 40 tot 50 mensen in een busje dat slechts 20 zitplaatsen telt. Voordeel is wel dat je niet languit gaat, hoe onbehouwen de chauffeur zich ook een weg door het rampzalige verkeer heen slingert.

De hier altijd fel schijnende zon, het destructieve rijgedrag van de doorsnee dolmuşbestuurder en een vracht alles lijdzaam ondergaande Turken zorgen normaliter voor een weinig aangename rit. En er is altijd wel iemand die knoflook heeft gegeten. Als mijn neus mij niet bedriegt wordt het sowieso hoog tijd dat Axe® een schepje bovenop haar marketingactiviteiten in dit gedeelte van Turkije doet, maar dat geheel terzijde. Als je je bestemming hebt bereikt, roep je dat je eruit wilt en dan stopt het krakkemikkige koekblik ook ogenblikkelijk, stukje service! Vervolgens stap je - indien mogelijk - compleet geradbraakt naar buiten.

Op deze manier werd ik vanavond rond een uur of 19:30 uur lokale tijd (bij jullie in Nederland is het meestal een uurtje vroeger) min of meer veilig voor m'n appartement afgezet. En ik had het meteen gezien: geen stroom! De lichten brandden niet in de meeste winkels... Onmiddelijk schoot door mijn hoofd: Verdorie, geen stroom, Nederlands elftal, klote-elektriciteit in Turkije ook altijd! Gelukkig doet de stroom het inmiddels weer, en Roemenië en Frankrijk schijnen er een erg saaie pot van gemaakt te hebben. En yes, het gaat helemaal goedkomen want ik lees net dat Boulah in de basis staat! Bier en chips ingeslagen, en nu maar hopen dat de elektriciteitsvoorziening het houdt. Hup Holland, ik heb het gevoel dat het helemaal goed gaat komen! Haha, kennelijk word je chauvinistisch van een paar maanden in het Turkse.

Update: Jaaaaaaaaaaa!!!!!!!!!!!! Dit is fantastisch, ik had al zo'n voorgevoel!!! Normaal had ik nooit zo'n positief gevoel over Oranje vlak voor een eerste wedstrijd, maar ditmaal wist ik het zeker. Finale: Portugal-Nederland, ik zeg het jullie alvast maar! Heb ik ook ingevuld voor m'n EK pool. En oh ja, de stroom is dus niet uitgevallen!

dinsdag 27 mei 2008

Met pa en ma Turkije door

Afgelopen woensdag kwamen m'n ouders naar Gaziantep. De dag ervoor waren ze al naar Turkije gevlogen, in Alanya - dat zomers vooral het decor is van best wel bezopen jongeren die op zuipvakantie zijn, ben er zelf inderdaad ook geweest, haha! - hadden ze een hotel gehuurd waar ze maar twee nachten zouden slapen. Woensdagochtend stond er een huurauto voor ze klaar, hiermee zijn ze naar Gaziantep toegereden. In het centrum wisten ze de weg niet meer en zijn ze maar naar een politiebureau gereden. Hier hebben Ahmet (mijn baas) en ik ze opgepikt. Doordat er een beurs over investeren in Irak (geen grapje) in de stad plaatsvond was er geen hotelkamer meer te vinden. M'n baas bood uitkomst: Nico en Hennie konden bij hem (ook bij mij dus) de nacht doorbrengen. Erg vriendelijk uiteraard, en een prima oplossing.

De volgende dag was het lomp heet. 's Ochtends heb ik m'n ouders wat van het centrum van Gaziantep laten zien en gaf m'n baas een rondleiding door het nieuwe onderkomen van de talenschool. Hier zal ik de komende maanden dus werkzaam zijn. Nu hadden ze gelijk de eer om kennis te maken met Özgül, de tapgeit (met alle respect natuurlijk) die met een priemende blik haar aanstaande schoonouders (naar zij dacht) inspecteerde. Moeders had onmiddelijk in de gaten dat dit de theerondbrengende - wederom met alle respect... - tiktroela moest zijn. 's Middags lieten we Gaziantep achter ons en stuurde paps de Renault Clio (model sedan) door het dorre landschap met vooral veel boomgaarden. Pistachenootjes, jawel! Gaziantep is de pistachehoofdstad van de wereld. De wijde omgeving is een en al pistachenotenboomgaard, en dat is weer een woord dat niet misstaat op het scrabblebord.

In de namiddag vonden we een mooi dorpje aan een grote rivier. Dit dorpje, Halfeti genaamd, trekt zomers de nodige toeristen. Wij de auto geparkeerd en rondvragen of er ook een hotel of een pension in het dorp was. Twee jongens wisten wel uitkomst, we hoefden ze alleen maar te volgen. We klommen een stukje naar een hoger liggend gedeelte van het dorp. Hier stelde één van de jongens een verdieping van zijn huis beschikbaar. De gevraagde som voor één nacht was een voor ons Nederlanders schappelijke prijs, maar aan het gezicht van de kersverse pensionhouder te zien voor een doorsnee Turk een heel lekker zakcentje. Prima, m'n ouders en ik vonden het een mooi avontuur. Toen we terugliepen naar de rivier liet de jongen z'n mededorpelingen met een stralend gezicht weten wat voor goede zaken hij had gedaan in de recreatiebranche.

Aangezien het nog altijd erg warm was gingen wij met de andere jongen - nu ook glimmend van trots - een boottocht maken over de rivier. Bij terugkomst was het door ons besproken gedeelte van het huis omgeturnd in iets wat voor een pension moest doorgaan. Nog een fles wijn op de kop getikt bij een plaatselijk restaurant - ik mocht de volgende dag betalen en kreeg ook nog glazen mee! - en zo hadden wij een mooie avond op ons privéterras. Geslapen als een roos en we konden de volgende ochtend dan ook weer fris en vrolijk op pad.

Het was inmiddels vrijdag en de tocht voerde ons aanvankelijk lange tijd door een armoedige plattelandsstreek. Het was er kurkdroog, de dorpjes maakten een vervallen en troosteloze indruk. Op het land waren vooral de vrouwen aan het werk, de mannen zaten of onder een boom maar vaker nog met z'n allen voor of in het theehuis een potje rummikub te spelen of gewoon te nietsen. Een schrijnende situatie, de vrouwen hadden dan ook meestal een ronduit droevige gezichtsuitdrukking. Her en der kwamen we een mede door de EU gefinancierd irrigatieproject tegen, een poging om dit deel van Turkije weer nieuw leven in te blazen. En dat is hard nodig, want we zijn toestanden tegengekomen die je eerder in een derde wereldland verwacht.

Naarmate de vrijdagmiddag vorderde kwamen we in een bergachtige streek terecht en lieten wij het meest armoedige gedeelte achter ons. Niet dat het nu ineens welvarend werd, maar er was verbetering zichtbaar. 's Avonds kwamen we aan in Andırın, een niet al te grote plaats waar toch verrassend veel winkels en eettentjes waren. Toeristisch was het er daarentegen totaal niet, dus vroegen we ons enigszins vertwijfeld af of er wel een slaapgelegenheid was. Dit bleek echter helemaal niet nodig, want Andırın beschikt over - en nu word ik even een tikkeltje sarcastisch - het geweldig luxueuze hotel Kaya. Ongekend! Deze accommodatie die meer weg heeft van een armzalige herberg dan van een hotel deed je een jaar of vijftig teruggaan in de tijd. De slaapgelegenheid werd gerund door een oude baas, de patroon. Deze grijsaard, die wel wat weg had van Douwe Dabbert, sprak zelf geen Engels, maar gelukkig was er een Engelssprekende dorpeling die hem kenbaar maakte dat wij een onderkomen voor de nacht zochten. In het muf ruikende en bepaald niet schone 'hotel' Kaya was - hoe kon het ook anders - nog wel plaats voor ons. 's Avonds werden we door de plaatselijke dorpsjeugd voor gek verklaard. Hotel Kaya is helemaal "scheiße", aldus één van hen. De bevolking was zeer vriendelijk en bij de plaatselijke mannensociëteit - hier in het straatbeeld amper een vrouw te bekennen - werd ons nog Turkse koffie aangeboden.

Na een enigszins moeizame nacht in hotel Kaya - bij het verlaten ervan stuitten we nog op de patroon - vervolgden wij zaterdagochtend vroeg (een uur of 8) onze tocht. De eerste zestig kilometer waren zonder overdrijven echt prachtig. Een schitterende weg voerde ons door de bergen van Andırın naar Göksun. Onderweg nog baklava - met ijs! - gegeten, dit moesten m'n ouders toch geproefd hebben tijdens hun weekje Turkije. 's Middags zagen we vanuit de verte de Erciyes al liggen, een bijna vier kilometer hoge met sneeuw bedekte berg. Vanaf 50 kilometer konden we de berg al boven de horizon zien uitsteken, een prachtig gezicht, check de foto's maar! Bij de berg nog een grondeekhoorn gezien, het grappige beestje bleef wel een halve minuut rechtop staan voordat het z'n holletje inkroop. In de namiddag arriveerden we in Cappadocië, een bijzonder gebied met talloze ondergrondse woningen - hele dorpen zelfs! - en een heel typisch landschap. Bij toeval - we kwamen een Nederlandse dame tegen die er al vijf jaar woonde - vonden we in de mooie plaats Avanos een erg leuk pension. De zeer sympathieke eigenaar was al een paar jaar eigenhandig bezig met het uitgraven en het in oude staat brengen van een eeuwenoud ondergronds dorp. Hij gaf ons een rondleiding door het gangenstelsel waarvan we erg onder de indruk waren. Hier heerlijk geslapen en de volgende ochtend uitgebreid op het terras ontbeten.

Dag vier van onze tour inmiddels. De morgen en het eerste deel van de middag brachten we voornamelijk in Cappadocië door. Moeders was op souvenirjacht - pa had reeds eerder een echte Turkse pet gekocht - en niet zonder succes. Een tapijt en een kleurrijke sjaal waren haar buit. Halverwege de middag lieten we het bijzondere landschap van Cappadocië achter ons en reden we urenlang over de saaie hoogvlakte van centraal-Turkije. Niet erg de moeite waard; er woont geen sterveling en het is er vooral vlak en kaal. Aan het begin van de avond verlieten we de grote weg bij Ereğli. Het doel was het plaatsje Halkapınar, zo'n 15 km verderop gelegen aan de voet van een woest bergketen met toppen tot aan 3500 meter. Hier werd het landschap plotseling weer erg fraai, de bergen rezen stijl voor ons op. Het was echter noodweer, en dan regent het hier niet zo als een zomerse bui tijdens het onweer in Nederland. Nee, het ging flink tekeer en de straten en wegen stonden helemaal blank. In het dorp bleek er bij navraag in de buurtsuper geen pension of wat dan ook - we zijn snel tevreden! - te vinden, en het weer liet ons niet toe het hele dorp rond te lopen. De ervaring leert namelijk dat er altijd wel een Turk te vinden is die zijn huis een nachtje wil afstaan aan een paar gasten.

Geen onderkomen in het dorp dat zo prachtig is gelegen, dus zat er niets anders op dan terug te gaan naar de stad Ereğli. Het regende nog altijd pijpenstelen, dus wilden we snel een hotel vinden. De auto maar ergens aan de boulevard in het centrum geparkeerd en bij de eerste de beste winkel gevraagd naar een hotel of pension. Nog geen honderd meter verderop bleek een prima hotel te zijn, hotel Fuat Bey. Hier waren nog kamers vrij en zo luxe hadden we het nog niet gehad, 90 Turkse lira voor een driepersoonskamer mét ontbijt. Dat komt omgerekend neer op € 15,- per persoon. Een prima hotel, met een keurig nette kamer. Hilarisch was het moment dat de piccolo - door mij omgedoopt tot Abeltje - in z'n oranje pakje de koffers voor ons wilde sjouwen. M'n vader wilde de grote koffer van auto naar hotel brengen, maar dat stond Abeltje niet toe. Hij trok en sjorde met alle geweld aan de koffer. Vader Nico stribbelde nog tegen, maar Abeltje trok aan het langste eind. Zoveel nederigheid waren wij zelfs in Turkije nog niet gewend en brullend van het lachen stuiterden we over de straat richting hotel.

's Avonds kebap gegeten in een restaurant aan de overkant van de straat en toen kwam de climax van deze korte maar uiterst vermakelijke vakantie. Ik meende dat we nog ergens een alcoholische versnapering moesten halen. Er waren wel wat cafeetjes, maar deze vielen niet bij ons in de smaak. Plotseling hoorde moeders weer die mooie Turkse muziek ergens vandaan komen, die had ze eerder op de dag ook al gehoord. Dus wij onze oren achterna en spoedig hadden wij de bron van het geluid achterhaald. Een trap voerde ons naar boven en hier werden wij net iets te hartelijk ontvangen door één van de uitbaters. Paps had zelfs de eer om door een wel erg over the top vriendelijke dame te worden verwelkomd. Al gauw bleek dat we in een hoerentent terecht waren gekomen. Maar nog helemaal in de goede stemming van al die Turkse gastvrijheid van de afgelopen dagen gingen we lekker naïef aan een tafeltje zitten. De ietwat ranzig ogende ober deed glibberig amicaal en vooral m'n vader was de 'gelukkige'. Er werd een goede witte wijn aangerukt, voor mij werd een goudgele rakker geserveerd en al spoedig stond er een uitgebreide uitstalling aan hapjes voor onze neus. "Dit is niet gratis," probeerde ik m'n moeder al duidelijk te maken. Die verkeerde echter in een uitbundige stemming doordat de jonge zanger haar maar kushandjes bleef toewerpen.

De stemming van m'n vader daalde echter tot het nulpunt toen er tot twee keer toe servetjes - sfeervol bedoeld - over ons werden uitgestrooid. Paps had z'n wijn inmiddels op en had geen zin in een nieuw glas. De bolle zangeres - een mormel met een gezicht als een Perzische kat - was niet weg te slaan van onze tafel en wilde haar zangkwaliteiten graag beloond zien met briefgeld, m'n ouders werden haast de dansvloer opgesleurd en de opdringerige ober dreef m'n vader tot het uiterste. We besloten dat het genoeg was, de hoertjes aan de tafel tegenover ons keken verveeld in het rond en eenmaal bij de bar gekomen bleek dat de rekening het lieve sommetje van 90 Turkse lira bedroeg. Dit schoot vooral Nico van Wegen geheel in het verkeerde keelgat. De normaal zo vriendelijke en rustige vader werd woest en dreigde in het Nederlands met de politie. De gluiperig ogende ober hield voet bij stuk. We moesten omgerekend zo'n 50 euro ophoesten en gauw! Mijn vermoeden dat dit weleens een vrij duur half uurtje kon zijn - of minder nog - kwam helemaal uit. Helaas voor hem had de engerd zich versproken over de prijs van de fles wijn en ik rook m'n kans. Ik legde hem uit dat we slechts toeristen waren die wilden genieten van een glaasje wijn of bier en niets meer dan dat. Hij bleef maar irritant met het bonnetje zwaaien. Ik pakte een biljet van 50 lira (iets van 25 euro) uit mijn portemonnee, drukte dat in de handen van de enige tanden missende gladjakker en gaf hem te kennen dat hij niet op meer hoefde te rekenen. Onder protest ging hij akkoord, schudde ons nog lafjes de hand en wij maakten dat we wegkwamen. Eenmaal buiten kwamen moeders en ik niet meer bij van het lachen. Ook vaders zag de humor er gelukkig snel van in en zo eindigde een erg amusante en gezellige tocht door een deel van Turkije.

De volgende ochtend - het was intussen maandag 26 mei - scheidden onze wegen. Ik nam de trein naar Adana, die overigens met een slakkengang richting deze zuidelijk gelegen stad hobbelde - om daar per luxe touringcar (niet sarcastisch deze keer, echt de modernste bus waar ik ooit in heb gezeten) voor 18 Turkse lira (ongeveer 9 euro) naar Gaziantep vervoerd te worden. M'n ouders kwamen 's avonds weer aan in Alanya, om de volgende dag vanuit Antalya weer naar Nederland te vliegen. Ik heb inmiddels de foto's online gezet, ga voor dit behoorlijk uitgebreide album hierheen met je muis. Het kan zijn dat sommige foto's niet erg scherp zijn, ik had in eerste instantie mijn digitale camera niet op de juiste stand staan, shit happens.

Overigens werd ik tijdens de trip met m'n ouders tot tweemaal toe gesms't door mijn aanbidster - de receptioniste schuine streep typiste dus - die mij ontzettend miste en de hulp van een docent Engels had ingeschakeld om mij dit te laten weten. Vanmorgen liet ze nogal verontwaardigd weten uiterst teleurgesteld te zijn in het uitblijven van een reactie hierop. Even later deelde ze me echter tot vervelens toe mee "I very I love you" (uitgesproken als: Ai ferrie auw low joe"). 's Middags was mevrouw voor de verandering maar eens verdrietig en jammerde om de haverklap "Joe no goe toe Holland, ai em ferrie set". Ondertussen was ze ook nog een uur compleet uit d'r humeur omdat ik naar haar mening veel te aardig deed tegen drie - inderdaad erg appetijtelijke en bovendien véél intelligentere - studentes. Kortom, beste lezer, je kunt je voorstellen dat ik inmiddels vermoeid ben en dadelijk op één oor ga. Welterusten, oftewel: Iyi geceler!