dinsdag 27 mei 2008

Met pa en ma Turkije door

Afgelopen woensdag kwamen m'n ouders naar Gaziantep. De dag ervoor waren ze al naar Turkije gevlogen, in Alanya - dat zomers vooral het decor is van best wel bezopen jongeren die op zuipvakantie zijn, ben er zelf inderdaad ook geweest, haha! - hadden ze een hotel gehuurd waar ze maar twee nachten zouden slapen. Woensdagochtend stond er een huurauto voor ze klaar, hiermee zijn ze naar Gaziantep toegereden. In het centrum wisten ze de weg niet meer en zijn ze maar naar een politiebureau gereden. Hier hebben Ahmet (mijn baas) en ik ze opgepikt. Doordat er een beurs over investeren in Irak (geen grapje) in de stad plaatsvond was er geen hotelkamer meer te vinden. M'n baas bood uitkomst: Nico en Hennie konden bij hem (ook bij mij dus) de nacht doorbrengen. Erg vriendelijk uiteraard, en een prima oplossing.

De volgende dag was het lomp heet. 's Ochtends heb ik m'n ouders wat van het centrum van Gaziantep laten zien en gaf m'n baas een rondleiding door het nieuwe onderkomen van de talenschool. Hier zal ik de komende maanden dus werkzaam zijn. Nu hadden ze gelijk de eer om kennis te maken met Özgül, de tapgeit (met alle respect natuurlijk) die met een priemende blik haar aanstaande schoonouders (naar zij dacht) inspecteerde. Moeders had onmiddelijk in de gaten dat dit de theerondbrengende - wederom met alle respect... - tiktroela moest zijn. 's Middags lieten we Gaziantep achter ons en stuurde paps de Renault Clio (model sedan) door het dorre landschap met vooral veel boomgaarden. Pistachenootjes, jawel! Gaziantep is de pistachehoofdstad van de wereld. De wijde omgeving is een en al pistachenotenboomgaard, en dat is weer een woord dat niet misstaat op het scrabblebord.

In de namiddag vonden we een mooi dorpje aan een grote rivier. Dit dorpje, Halfeti genaamd, trekt zomers de nodige toeristen. Wij de auto geparkeerd en rondvragen of er ook een hotel of een pension in het dorp was. Twee jongens wisten wel uitkomst, we hoefden ze alleen maar te volgen. We klommen een stukje naar een hoger liggend gedeelte van het dorp. Hier stelde één van de jongens een verdieping van zijn huis beschikbaar. De gevraagde som voor één nacht was een voor ons Nederlanders schappelijke prijs, maar aan het gezicht van de kersverse pensionhouder te zien voor een doorsnee Turk een heel lekker zakcentje. Prima, m'n ouders en ik vonden het een mooi avontuur. Toen we terugliepen naar de rivier liet de jongen z'n mededorpelingen met een stralend gezicht weten wat voor goede zaken hij had gedaan in de recreatiebranche.

Aangezien het nog altijd erg warm was gingen wij met de andere jongen - nu ook glimmend van trots - een boottocht maken over de rivier. Bij terugkomst was het door ons besproken gedeelte van het huis omgeturnd in iets wat voor een pension moest doorgaan. Nog een fles wijn op de kop getikt bij een plaatselijk restaurant - ik mocht de volgende dag betalen en kreeg ook nog glazen mee! - en zo hadden wij een mooie avond op ons privéterras. Geslapen als een roos en we konden de volgende ochtend dan ook weer fris en vrolijk op pad.

Het was inmiddels vrijdag en de tocht voerde ons aanvankelijk lange tijd door een armoedige plattelandsstreek. Het was er kurkdroog, de dorpjes maakten een vervallen en troosteloze indruk. Op het land waren vooral de vrouwen aan het werk, de mannen zaten of onder een boom maar vaker nog met z'n allen voor of in het theehuis een potje rummikub te spelen of gewoon te nietsen. Een schrijnende situatie, de vrouwen hadden dan ook meestal een ronduit droevige gezichtsuitdrukking. Her en der kwamen we een mede door de EU gefinancierd irrigatieproject tegen, een poging om dit deel van Turkije weer nieuw leven in te blazen. En dat is hard nodig, want we zijn toestanden tegengekomen die je eerder in een derde wereldland verwacht.

Naarmate de vrijdagmiddag vorderde kwamen we in een bergachtige streek terecht en lieten wij het meest armoedige gedeelte achter ons. Niet dat het nu ineens welvarend werd, maar er was verbetering zichtbaar. 's Avonds kwamen we aan in Andırın, een niet al te grote plaats waar toch verrassend veel winkels en eettentjes waren. Toeristisch was het er daarentegen totaal niet, dus vroegen we ons enigszins vertwijfeld af of er wel een slaapgelegenheid was. Dit bleek echter helemaal niet nodig, want Andırın beschikt over - en nu word ik even een tikkeltje sarcastisch - het geweldig luxueuze hotel Kaya. Ongekend! Deze accommodatie die meer weg heeft van een armzalige herberg dan van een hotel deed je een jaar of vijftig teruggaan in de tijd. De slaapgelegenheid werd gerund door een oude baas, de patroon. Deze grijsaard, die wel wat weg had van Douwe Dabbert, sprak zelf geen Engels, maar gelukkig was er een Engelssprekende dorpeling die hem kenbaar maakte dat wij een onderkomen voor de nacht zochten. In het muf ruikende en bepaald niet schone 'hotel' Kaya was - hoe kon het ook anders - nog wel plaats voor ons. 's Avonds werden we door de plaatselijke dorpsjeugd voor gek verklaard. Hotel Kaya is helemaal "scheiße", aldus één van hen. De bevolking was zeer vriendelijk en bij de plaatselijke mannensociëteit - hier in het straatbeeld amper een vrouw te bekennen - werd ons nog Turkse koffie aangeboden.

Na een enigszins moeizame nacht in hotel Kaya - bij het verlaten ervan stuitten we nog op de patroon - vervolgden wij zaterdagochtend vroeg (een uur of 8) onze tocht. De eerste zestig kilometer waren zonder overdrijven echt prachtig. Een schitterende weg voerde ons door de bergen van Andırın naar Göksun. Onderweg nog baklava - met ijs! - gegeten, dit moesten m'n ouders toch geproefd hebben tijdens hun weekje Turkije. 's Middags zagen we vanuit de verte de Erciyes al liggen, een bijna vier kilometer hoge met sneeuw bedekte berg. Vanaf 50 kilometer konden we de berg al boven de horizon zien uitsteken, een prachtig gezicht, check de foto's maar! Bij de berg nog een grondeekhoorn gezien, het grappige beestje bleef wel een halve minuut rechtop staan voordat het z'n holletje inkroop. In de namiddag arriveerden we in Cappadocië, een bijzonder gebied met talloze ondergrondse woningen - hele dorpen zelfs! - en een heel typisch landschap. Bij toeval - we kwamen een Nederlandse dame tegen die er al vijf jaar woonde - vonden we in de mooie plaats Avanos een erg leuk pension. De zeer sympathieke eigenaar was al een paar jaar eigenhandig bezig met het uitgraven en het in oude staat brengen van een eeuwenoud ondergronds dorp. Hij gaf ons een rondleiding door het gangenstelsel waarvan we erg onder de indruk waren. Hier heerlijk geslapen en de volgende ochtend uitgebreid op het terras ontbeten.

Dag vier van onze tour inmiddels. De morgen en het eerste deel van de middag brachten we voornamelijk in Cappadocië door. Moeders was op souvenirjacht - pa had reeds eerder een echte Turkse pet gekocht - en niet zonder succes. Een tapijt en een kleurrijke sjaal waren haar buit. Halverwege de middag lieten we het bijzondere landschap van Cappadocië achter ons en reden we urenlang over de saaie hoogvlakte van centraal-Turkije. Niet erg de moeite waard; er woont geen sterveling en het is er vooral vlak en kaal. Aan het begin van de avond verlieten we de grote weg bij Ereğli. Het doel was het plaatsje Halkapınar, zo'n 15 km verderop gelegen aan de voet van een woest bergketen met toppen tot aan 3500 meter. Hier werd het landschap plotseling weer erg fraai, de bergen rezen stijl voor ons op. Het was echter noodweer, en dan regent het hier niet zo als een zomerse bui tijdens het onweer in Nederland. Nee, het ging flink tekeer en de straten en wegen stonden helemaal blank. In het dorp bleek er bij navraag in de buurtsuper geen pension of wat dan ook - we zijn snel tevreden! - te vinden, en het weer liet ons niet toe het hele dorp rond te lopen. De ervaring leert namelijk dat er altijd wel een Turk te vinden is die zijn huis een nachtje wil afstaan aan een paar gasten.

Geen onderkomen in het dorp dat zo prachtig is gelegen, dus zat er niets anders op dan terug te gaan naar de stad Ereğli. Het regende nog altijd pijpenstelen, dus wilden we snel een hotel vinden. De auto maar ergens aan de boulevard in het centrum geparkeerd en bij de eerste de beste winkel gevraagd naar een hotel of pension. Nog geen honderd meter verderop bleek een prima hotel te zijn, hotel Fuat Bey. Hier waren nog kamers vrij en zo luxe hadden we het nog niet gehad, 90 Turkse lira voor een driepersoonskamer mét ontbijt. Dat komt omgerekend neer op € 15,- per persoon. Een prima hotel, met een keurig nette kamer. Hilarisch was het moment dat de piccolo - door mij omgedoopt tot Abeltje - in z'n oranje pakje de koffers voor ons wilde sjouwen. M'n vader wilde de grote koffer van auto naar hotel brengen, maar dat stond Abeltje niet toe. Hij trok en sjorde met alle geweld aan de koffer. Vader Nico stribbelde nog tegen, maar Abeltje trok aan het langste eind. Zoveel nederigheid waren wij zelfs in Turkije nog niet gewend en brullend van het lachen stuiterden we over de straat richting hotel.

's Avonds kebap gegeten in een restaurant aan de overkant van de straat en toen kwam de climax van deze korte maar uiterst vermakelijke vakantie. Ik meende dat we nog ergens een alcoholische versnapering moesten halen. Er waren wel wat cafeetjes, maar deze vielen niet bij ons in de smaak. Plotseling hoorde moeders weer die mooie Turkse muziek ergens vandaan komen, die had ze eerder op de dag ook al gehoord. Dus wij onze oren achterna en spoedig hadden wij de bron van het geluid achterhaald. Een trap voerde ons naar boven en hier werden wij net iets te hartelijk ontvangen door één van de uitbaters. Paps had zelfs de eer om door een wel erg over the top vriendelijke dame te worden verwelkomd. Al gauw bleek dat we in een hoerentent terecht waren gekomen. Maar nog helemaal in de goede stemming van al die Turkse gastvrijheid van de afgelopen dagen gingen we lekker naïef aan een tafeltje zitten. De ietwat ranzig ogende ober deed glibberig amicaal en vooral m'n vader was de 'gelukkige'. Er werd een goede witte wijn aangerukt, voor mij werd een goudgele rakker geserveerd en al spoedig stond er een uitgebreide uitstalling aan hapjes voor onze neus. "Dit is niet gratis," probeerde ik m'n moeder al duidelijk te maken. Die verkeerde echter in een uitbundige stemming doordat de jonge zanger haar maar kushandjes bleef toewerpen.

De stemming van m'n vader daalde echter tot het nulpunt toen er tot twee keer toe servetjes - sfeervol bedoeld - over ons werden uitgestrooid. Paps had z'n wijn inmiddels op en had geen zin in een nieuw glas. De bolle zangeres - een mormel met een gezicht als een Perzische kat - was niet weg te slaan van onze tafel en wilde haar zangkwaliteiten graag beloond zien met briefgeld, m'n ouders werden haast de dansvloer opgesleurd en de opdringerige ober dreef m'n vader tot het uiterste. We besloten dat het genoeg was, de hoertjes aan de tafel tegenover ons keken verveeld in het rond en eenmaal bij de bar gekomen bleek dat de rekening het lieve sommetje van 90 Turkse lira bedroeg. Dit schoot vooral Nico van Wegen geheel in het verkeerde keelgat. De normaal zo vriendelijke en rustige vader werd woest en dreigde in het Nederlands met de politie. De gluiperig ogende ober hield voet bij stuk. We moesten omgerekend zo'n 50 euro ophoesten en gauw! Mijn vermoeden dat dit weleens een vrij duur half uurtje kon zijn - of minder nog - kwam helemaal uit. Helaas voor hem had de engerd zich versproken over de prijs van de fles wijn en ik rook m'n kans. Ik legde hem uit dat we slechts toeristen waren die wilden genieten van een glaasje wijn of bier en niets meer dan dat. Hij bleef maar irritant met het bonnetje zwaaien. Ik pakte een biljet van 50 lira (iets van 25 euro) uit mijn portemonnee, drukte dat in de handen van de enige tanden missende gladjakker en gaf hem te kennen dat hij niet op meer hoefde te rekenen. Onder protest ging hij akkoord, schudde ons nog lafjes de hand en wij maakten dat we wegkwamen. Eenmaal buiten kwamen moeders en ik niet meer bij van het lachen. Ook vaders zag de humor er gelukkig snel van in en zo eindigde een erg amusante en gezellige tocht door een deel van Turkije.

De volgende ochtend - het was intussen maandag 26 mei - scheidden onze wegen. Ik nam de trein naar Adana, die overigens met een slakkengang richting deze zuidelijk gelegen stad hobbelde - om daar per luxe touringcar (niet sarcastisch deze keer, echt de modernste bus waar ik ooit in heb gezeten) voor 18 Turkse lira (ongeveer 9 euro) naar Gaziantep vervoerd te worden. M'n ouders kwamen 's avonds weer aan in Alanya, om de volgende dag vanuit Antalya weer naar Nederland te vliegen. Ik heb inmiddels de foto's online gezet, ga voor dit behoorlijk uitgebreide album hierheen met je muis. Het kan zijn dat sommige foto's niet erg scherp zijn, ik had in eerste instantie mijn digitale camera niet op de juiste stand staan, shit happens.

Overigens werd ik tijdens de trip met m'n ouders tot tweemaal toe gesms't door mijn aanbidster - de receptioniste schuine streep typiste dus - die mij ontzettend miste en de hulp van een docent Engels had ingeschakeld om mij dit te laten weten. Vanmorgen liet ze nogal verontwaardigd weten uiterst teleurgesteld te zijn in het uitblijven van een reactie hierop. Even later deelde ze me echter tot vervelens toe mee "I very I love you" (uitgesproken als: Ai ferrie auw low joe"). 's Middags was mevrouw voor de verandering maar eens verdrietig en jammerde om de haverklap "Joe no goe toe Holland, ai em ferrie set". Ondertussen was ze ook nog een uur compleet uit d'r humeur omdat ik naar haar mening veel te aardig deed tegen drie - inderdaad erg appetijtelijke en bovendien véél intelligentere - studentes. Kortom, beste lezer, je kunt je voorstellen dat ik inmiddels vermoeid ben en dadelijk op één oor ga. Welterusten, oftewel: Iyi geceler!

dinsdag 13 mei 2008

Op z'n Gazianteps

De baas en z'n vriendin zijn weg, dus ik heb het hele huis voor mij alleen. En dat is mooi, want ik niet hoef te werken. Niemand van het personeel trouwens, want de International Language School ligt even finaal op z'n gat. We gaan verhuizen naar een kleiner pand, en aangezien we de afgelopen twee dagen alle spullen al uit ons inmiddels voormalige onderkomen hebben gehaald is het nu tijd voor een paar welverdiende vrije dagen.

Verhuizen, ik kan het niemand aanraden. En al helemaal niet als het op z'n Gazianteps gaat. Ik zeg bewust Gazianteps en géén Turks, want het ene deel van Turkije is het andere niet. Dit is een land met vele gezichten. Maar voor Gaziantep geldt dat het leven vaak gecompliceerder is dan nodig. En dat is soms heel vermoeiend. Een paar voorbeeldjes? Vanmorgen kwam er een man langs de deur met de mededeling dat het water voor de komende drie dagen wordt afgesloten. Ze zijn hier met werkzaamheden bezig en ik heb het vermoeden dat het allemaal best in één dag af kan zijn. In Gaziantep gaan zulke dingen echter voornamelijk tergend langzaam. En daar zou je je helemaal kapot aan kunnen ergeren.

Het verhuisbedrijf dat de spullen uit ons gebouw zou halen kwam, nadat ze al uren hadden gesjouwd, opeens in opstand. De hoeveelheid meubelen viel ze bij nader inzien toch wat tegen en de arbeiders wilden meer geld zien. Er was echter van tevoren een bedrag overeengekomen, en mijn baas hield voet bij stuk. Veel geschreeuw, druk telefoonverkeer, de sjouwers staakten en wachtten buiten de onderhandelingen af. Die bleken niet het gewenste resultaat op te leveren en plotseling vertrok de ploeg. Halsoverkop, hun gezichten stuk voor stuk op onweer en stom genoeg zonder het geld op te strijken van de reeds gedane arbeid!

Er stond echter nog een hele vracht meubels en andere eigendommen te wachten voor nader transport. Dus werd er door mijn baas een ander bedrijf opgetrommeld. Na enige uren wachten verschenen deze werklui en zij klaarden zonder morren de klus. Ook ik ben twee dagen druk in de weer geweest, maar het sjouwwerk mocht ik gelukkig aan de ingehuurde mannen overlaten. Toen ik een stoel optilde en daarmee richting uitgang wilde sjouwen werd ik verontwaardigd terechtgewezen door de vriendin van de baas. Hoe haalde ik het in godsnaam in m'n hoofd om tot dergelijke arbeid over te gaan? Nee, het personeel mocht opruimen en dingen sorteren, maar het slepen met spullen was toch echt voor het ingehuurde volk.

Twee vermoeiende dagen dus, en met name door de vele uren niksdoen (wachten of verhuisbedrijf 1 nog tot inkeer kwam, wachten op verhuisbedrijf 2) was ik behoorlijk moe. Vandaag echter lekker uitgeslapen en nu het rijk voor me alleen. Alleen wel vervelend dat ik zonder water zit. Drie hele dagen zonder water. Ik zal het ongetwijfeld overleven, maar ik ben natuurlijk een verwende Nederlander die zich iedere dag wil douchen en er nooit bij stilstaat hoeveel water hij dagelijks verspild. Aan het einde van de week hopen we onze intrek te kunnen nemen in het nieuwe pand. Ik ben benieuwd of er dan nog een eigen kantoor voor me inzit...

Als het allemaal op z'n Gazianteps gaat zal het gebouw vermoedelijk niet op tijd gereed zijn en zal het wel weer begin volgende week worden voor we daadwerkelijk weer in bedrijf zijn. Alles gaat z'n gangetje, het kabbelt maar voort. Zoveel haast als de mensen hier in het verkeer hebben, zo langzaam gaat het in andere aspecten van het leven. Je leert er mee leven, je stelt je erop in. Communicatie met andere bedrijven gaat hier bijvoorbeeld vaak erg lastig, want na enige tijd blijken er wel vier of vijf verschillende contactpersonen te zijn.

Alles gaat via vele schijven, dit vertraagt het zaken doen. Laatst hebben we, om maar wat te noemen, een offerte voor het vliegveld van Gaziantep opgesteld. Een tiental personeelsleden moest een cursus Engels volgen. Persoonlijk de offerte langsgebracht, samen met m'n baas. Ontvangen met alle egards door de directeur van het vliegveld, een zeer vriendelijke dikzak. Er leek dus niks aan de hand, maar na enkele dagen bleek dat er meerdere personen verantwoordelijk waren voor het wel of niet accepteren van onze offerte. En uiteraard hadden al deze personen elk een andere mening.

Vervolgens gaan er weer twee weken overheen: Nieuwe offerte, nog weer enkele aanpassingen, contact met meerdere mensen, iemand van het vliegveld op ons kantoor uitgenodigd, onwaarschijnlijk hoe het er hier aan toegaat. Je kunt er heel gefrustreerd van worden, maar ik had al spoedig in de gaten dat je daar helemaal niets mee opschiet. De baas heeft er meer moeite mee, die schiet geregeld om het minste of geringste uit z'n slof. Tja, hij heeft acht jaar in Nederland gewoond en heeft dus geleerd hoe het ook kan. En dan is het bij terugkomst wennen geblazen, want alles is er het oude gebleven.

Je komt hier voor vele verrassingen te staan en er zijn altijd addertjes onder het gras. Maar ik kijk (bijna) nergens meer van op. Ik heb gemerkt dat als je te vaak zegt dat het ook anders kan je al snel wordt gezien als een betweter, die Nederlander die het wel even zal oplossen. En daar moet je natuurlijk voor waken, want de mensen moeten wel wat van je aan willen nemen. Rustig blijven en vooral die glimlach niet kwijtraken, dan komt alles vanzelf wel een keertje goed... inşallah!

woensdag 7 mei 2008

Barbara

Ik zit bij gebrek aan beter aan mijn Nescafé te nippen en heel chill te genieten van mijn vrije dag. Muziek aan, even een wasje draaien en voor de rest vooral kalm aan doen. Daar ben ik op zich tamelijk goed in, dus dat komt helemaal in orde. Even een lekker dagje niets doen, van mijn uit de kluiten gewassen muziekverzameling genieten, heerlijk!

Laten we het over Barbara hebben. Barbara Small: Ze kwam, ze zag, en... vertrok! Nu kun je nog denken: Barbara Small, klinkt als een geil model. Helaas, het betreft hier toch echt een 70-jarige (!) dame uit Australië. Dankzij een door mij geplaatste advertentie op internet - we zoeken docenten, bij voorkeur native speakers - was deze gepensioneerde onderwijzeres speciaal vanuit Down Under naar Istanbul gevlogen om vandaar uit per bus (!) naar Gaziantep af te reizen. Dat was al gestoord, want om na zo'n lange vlucht met een jetlag van jewelste deze afstand per bus af te leggen duurt zeker 15 uur, terwijl het met het vliegtuig in anderhalf uur geklaard is. Maar goed, ze wilde wat van het land zien.

Afgelopen zaterdag arriveerde mevrouw dus in Gaziantep, en 's avonds maakte ik kennis met d'r. Ze kwam een tikje verward over, maar dat kan de combinatie tijdsverschil, vermoeidheid en leeftijd geweest zijn. Mijn wenkbrauwen fronsten echter wel bij het aanhoren van het ijlen van de krasse dame over een mogelijk eerder bezoek aan Turkije. Ik quote maar even: "It could very well be that I've been here before. It all looks so familiar here in Turkey." Was dit nou zweverig (iets uit haar vorige leven?) of gewoon dement, labiel, verstrooid, dat dus? Eerst maar een nachtje slapen, wellicht knapte Mrs Small daarvan op.

De volgende ochtend ontwaakte ik door glasgerinkel en een schelle kreet van een dame op leeftijd. Klaarblijkelijk had ze een stuk servies op de plavuizen vloer in de keuken laten donderen. Optimistisch als ik ben dacht ik nog: Och kom, scherven brengen geluk. Toen ik even later gedoucht en wel de keuken betrad zag ik de dame in kwestie lichtelijk verstrooid aan het ontbijt zitten gehuld in een soort van joggingbroek en een uiterst gedateerde marineblauwe trui. Niet echt modieus, maar dat kon uiteraard nog haar makkelijk zittende vrijetijdskleding zijn.

Een half uurtje later was iedereen klaar voor vertrek richting International Language School, Barbara stond al lang en breed voor de deur te wachten. Tot verbazing van mijn baas was mevrouw nog altijd gehuld in haar sjappieuitdossing. Beleefd vroeg hij haar of ze misschien niet wat andere kleding bij zich had. Nu had ik haar minikoffer al gezien en de kans dat daar een broekpak of in elk geval ietwat nettere kleding in zat kon niet bijster groot zijn. Een minuut of tien later kwam ze in een witte frommelblouse en een ietwat normalere broek aangewaggeld. Vooruit, fraai was het niet maar ze was net gearriveerd dus het werd voor deze keer oké bevonden. Op naar de plaats waar ze de komende maanden werkzaam zou (inderdaad, ik zeg zou) zijn.

Ze maakte kennis met het personeel, liep wat rond, dronk de onvermijdelijke vloedgolf aan thee en praatte honderduit. Ze woonde enkele lessen bij en 's middags was het aan mij de eer om Barbara rond te leiden door de stad. Door het park, op naar de Tourist Office. Deze bleek helaas gesloten te zijn op zondag. Ik leidde haar verder door de stad en ze leek zich kostelijk te vermaken. In het lommerrijke openluchtcafé in de binnenstad trakteerde ze me op een cola - er was uiteraard geen bier te krijgen - en ze praatte nog altijd over van alles en nog wat. Even later ging ik met een student van de ILS mee naar het platteland, hij wilde me wat van de omgeving laten zien. Zijn vader is boer en hij liet me het land zien met veel fruitbomen (perzik, kersen en een paar fruitsoorten die me door de behoorlijke taalbarrière niet duidelijk werden) en andere gewassen. Erg kleinschalig allemaal, maar zo is de landbouw hier in deze streek.

Anyway, terug naar Barbara. Op een gegeven moment zat ik in het zonnetje met de ouders van de student aan de thee van de schitterende omgeving te genieten. Plotsklap ging de telefoon, mijn baas aan de telefoon met de vraag of er iets was voorgevallen tussen Barbara en mij in de stad. Ze had namelijk te kennen gegeven weer terug te gaan naar Australië. Ik viel zowat om van verbazing, dit was wel zo ongeveer het allerbelachelijkste wat ik ooit in mijn leventje heb meegemaakt.

De volgende ochtend trof ik de - nu wist ik het zeker - seniele dame wederom aan het ontbijt. Alsof er niets aan de hand is praatte ze over koetjes en kalfjes. Ik kon haar nu echt niet meer serieus nemen - jaaaaa, fysiek nog wel natuurlijk, doe niet zo eng! - en reageerde dan ook uiterst lauw nadat ze "it was very nice to meet you" had uitgekraamd. Mijn baas dropte haar vervolgens op het busstation, want ze had tot hilariteit van het personeel op de ILS het plan opgevat om ook de reis terug naar Istanbul per bus te aanvaarden. Kierewiet, geflipt, helemaal loco! Met haar respectabele leeftijd van 70 lentes, zichtbaar kampend met een fikse jetlag en dan na één dag al weer terug willen naar Australië en dan ook nog - de eerste busreis nog niet verteerd hebbende - andermaal vijftien uur in de bus te kachelen over het Turkse wegennet... Volslagen debiel!

De twee slotalinea's gebruik ik om even het voorgaande in samenvatting weer te geven. Mevrouw is 70 jaar oud, komt uit Australië, weet duidelijk (nou ja, kennelijk toch niet) waar ze aan begint. Koopt een ticket van laten we zeggen € 1500,- (even research gedaan op internet) en vliegt naar Istanbul. In plaats van in een vloek en een zucht per vliegtuig van de Turkse metropool naar Gaziantep af te reizen koopt ze een buskaartje en arriveert in staat van ontbinding in Gaziantep.

Vervolgens trekt ze na amper een dag hier aanwezig geweest te zijn vanuit het niets de conclusie dat ze hier niet kan werken en weer terug wil naar Australië. Als klapper op de vuurpijl wil ze weer de vermoeiende tocht per bus naar Istanbul maken en tikt ze opnieuw zo'n € 1500,- af voor een ticket back home. De suggestie van mijn baas om in ieder geval een weekje te blijven en dan te besluiten om te blijven of te vertrekken werd onmiddelijk verworpen en zo geschiedde het dat de verwarde oma in een tijdsbestek van ruim vier dagen van Australië naar Turkije en weer terug vloog. Minstens € 3000,- armer, bij terugkomst in haar thuisland ongetwijfeld fysiek aan het einde van haar latijn en rijp voor opname. De klapper van de week is wat mij betreft dan ook het nummer How Bizarre van OMC.

donderdag 1 mei 2008

Justin Wimberlake

Het kost me de laatste tijd vaak de nodige moeite om in ruim een half uur van het appartement naar de ILS te lopen. Onderweg word ik steeds vaker herkent door winkeliers en regelmatig mondt dit uit in een kopje thee of een ijsje. Niet dat die mensen ook maar enigszins met mij kunnen communiceren, maar ze vinden het leuk om een westerling te ontmoeten.

Soms beginnen deze vriendelijkheden, hoe aardig bedoeld ook, toch een probleem te worden. Laat ik stellen dat het af en toe wat uit de hand loopt. Neem nou afgelopen vrijdag. Ik ging rond klokslag vijf uur weg van kantoor. Lekker weer, dus even met de benenwagen naar huis. Dat ging soepeltjes, totdat ik bij de middelbare school de hoek om ging en in een kluwen van scholieren belandde. Luid enthousiasme viel me ten deel en toen ik me enigszins door de menigte had gewurmd bleek een joelende horde van zo'n 20 jongens en meisjes met me op te lopen. Als Europeanen hebben wij nogal eens moeite om Chinezen te onderscheiden, maar het leek erop alsof ze hier moeite hebben om mensen van het kaukasische ras (blank/Europees dus) uit elkaar te houden en mij derhalve verwardden met een popster à la Justin Timberlake.

Een ronduit foeilelijk meisje liet meteen blijken dat ik haar boyfriend was. "I love you!" brulde het mormel mij tetterend toe. Ze bleef tot vervelens toe in het Turks tegen me aan lawaaien. Uiteindelijk bleek het gedrocht bij een kruising rechtsaf te moeten, de irritatiegrens was allang overschreden maar ik had me netjes weten te houden.

Een Turkse scholier wilde mij baklava aanbieden in één van de vele baklavatenten, dus samen met nog een scholiere zaten we niet veel later aan deze Turkse specialiteit. Mierzoet, maar het is wel lekker. Alleen niet erg bevordelijk voor de stoelgang als je aan de spetterpoep bent. En laat ik nu al een week lang aan de dunne zijn, ik zal een ieder de details besparen. Je zou immers maar net aan het lunchen zijn geslagen! Je schijnt er overigens goed van af te vallen, al vind ik de methode wat rigoreus...

Goed, na de baklava kon de tocht vervolgd worden. De jongen en het meisje gingen elk hun eigen weg en ik dacht even stevig door te kunnen stappen. Maar bij de juwelier waar ik een paar dagen eerder ook al op thee was getrakteerd ging het mis. Geen ontkomen aan, ik moest meteen gaan zitten en werd enthousiast welkom geheten. Ook deze keer mocht de thee vanzelfsprekend niet ontbreken. De eigenaar van één van de winkels ernaast had ook lucht gekregen van mijn aanwezigheid, deed een graai in de diepvries en kwam vrolijk Turks pratend op me afgelopen. Dus zo zat ik met de wat ongebruikelijk combinatie van ijs en thee op een krukje voor de etage van de juwelier geposteerd. Een gesprek over naar ik aanneem koetjes en kalfjes tussen enkele vrolijke heren ging volledig aan mij voorbij en ik kon na de thee en de ijs, "ice tea" genoemd door één van de heren - die zijn eigen grap zelf helemaal het einde vond -, eindelijk huiswaarts.

Het lukte me om de schoenenzaak te ontwijken, ik werd tot mijn opluchting niet gespot door één van de jeugdige medewerkers. Anders had ik zo weer een half uur met ijs en weet-ik-wat opgescheept gezeten. Ik moest nog even langs de computerzaak schuin onder mijn tijdelijke onderkomen om daar 55 Turkse lira - de dag ervoor namelijk daar subwoofer speaker system van Creative, een muis en een USB-hub aangeschaft, je kon er echter niet pinnen - te betalen. De eigenaar is een echte vrome moslim met baard en bijbehorend hoofddeksel. Een erg vriendelijke man, die meteen een glaasje prik voor me inschonk en goed het Engels beheerst. Uiteindelijk was ik iets over zevenen thuis, dus met zo'n anderhalf uur vertraging.

Uit al deze vriendelijke en bevlogen ontvangsten blijkt maar eens dat de mensen hier over het algemeen erg sympathiek zijn, ondanks de conservatieve volksaard hier. Moet er wel bij aantekenen dat ik maandag de fout maakte om weer rond vijf uur van m'n werk te vrtrekken. Zodoende stuitte ik wederom op enkele van de scholieren, waaronder dat gillende schepsel. De rest van de week toch maar een half uur later vertrokken!